17 APRIL 1985 419 verschillen over dit voorstel. Ik neem aan dat zeker de meer derheid van het college daar toch niet in mee zal gaan. Ten aan zien van de opmerking over de f 825,post het volgende. U weet dat dat ook in de commissie is gezegd. Dit is de werkgroep van vrouwelijke theologen, die deze getoetste cursus hebben op gestart. Inderdaad, U heeft gelijk dat dat onvoldoende, maar dat is een weggevallen passage, in het preadvies is verwerkt. Ik zou het hier in eerste termijn bij willen laten. Ik wil nog maals zeggen dat naar mijn mening - en als ik eventjes naar de leden van het college kijk, dan denk ik dat ik namens de meer derheid van het college spreek - dit amendement U ontraden wordt, omdat het geen recht doet aan het uitgangspunt, dat in het preadvies is verwoord. De heer SIMONS In eerste instantie komt de motivering van het amendement ge deeltelijk neer op het feit dat de toezegging, zoals die inder tijd in de commissie is gedaan door de wethouder, nergens terug te vinden is. Dat zou eigenlijk betekenen dat op het moment dat de V.V.D. dit amendement handhaaft, ze stelt dat de wethouder onjuiste informatie geeft. Als dat zo is, vraag ik me af of de V.V.D. dat pikt. Er zou dan een soort vertrouwenscrisis tussen het college en de V.V.D. ontstaan. Als de V.V.D. de wethouder wel gelooft, vraag ik me af waarom het amendement niet ingetrok ken wordt. De VOORZITTER Daar hebben we niet veel aan. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik denk ook dat het niet zo veel beantwoording behoeft. Het is meer een wat prikkelende opmerking: leuk, dan hebben we wat van avond, maar ik dacht dat we dat al genoeg gehad hadden. Het amendement is heel duidelijk. Er is gezegd: de motivering ont breekt om juist deze knelpunten op te lossen. U zet ze niet af tegen andere knelpunten. Er komen wat knelpunten binnen en die zijn het. Dat vinden wij een wat slordige benadering, want er zijn er wel meer, denken wij zo. De heer SIMONS Waarom dan juist deze wel? Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Mag ik nou toch doorpraten met de voorzitter; een andere keer met U. Dat is ook de bedoeling geweest van een algemene toezeg ging. Het geld wat overblijft zal gebruikt moeten worden voor knelpunten. Het kan nooit zo eenzijdig bedoeld zijn als er maar twee zijn, dan geven ze die gauw. Verder is er ook de mogelijk heid geschapen dat de activiteiten, die niet daadwerkelijk opge nomen kunnen worden in een programma, blijven, zoals een 10-ja- rig bestaan. Daarvan kun je zeggen, dat het moeilijk is om het in de activiteiten op te nemen. Het is evenwel een project wat gesubsidieerd zou moeten worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 419