(IS-
r
'i.
j
i!
Notulen van de vergadering van de raad van de gemf
op 18 april 1985 il2';
Vervolg van de raadsvergadering d.d. 17 april 1985Paraaf
RAAnev"=prsftnrn'NG
d.d. i 3 JUNi 1985
ente Breda
Bes!is« KS. 1
AANWEZIG: DE HEREN F.M. FEIJ, VOORZITTER; J.B. VAN ASSELDONK,
WETHOUDER; MEVROUW J.M.A. VAN BERGEN-NIJEHOLTDE HEER C.G.
BERKHOUT, MEVROUW L. VAN BEUSEKOM-NIXDE HEREN J.L. BOKKEL-
KAMP, J.C. VAN DEN BROEK, MEVROUW J.M.J. BROSKY-WESTDORPDE
HEREN E. DE BRUIJN, C.J. CRULH.C. VAN DONGEN, C.A. VAN DUIJL,
G.H.J. GIELENJ.P.M. GOOS, A.B. GROSFELD, D.A. HENDRICKS,
J.H.J. HOFSTé, J.W.H.M. DE HOOGHH.A. MARTENS, DE DAMES A.W.
NEEB-WIEGERSMAIJ. DEN OUDEN-JANSENM.L.A. PAULUSSEN, C. PEL-
LISE.W. RATTINK, DE HEER FLMROMKENSWETHOUDER; MEVROUW
J.A.W. VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL, WETHOUDER; DE HEREN R.G.P.
SANDBERG, WETHOUDER; M. SCHARFFH.A. SCHURING, A.C.M. SIMONS,
J.P.W.A.A.M. TAKS, W.F. VAN TOL, R.W. WELSCHEN, WETHOUDER;
MEVROUW J. WOUTERS-KOOTSTRA, DE HEREN J.A. VAN DEN WIJNGAARD,
A.W.M. DE ZWART, H. VAN ASPEREN, ADJUNCT-SECRETARIS.
AFWEZIG ZIJN: DE HEREN G.J. DAMMER, H. LITTOOIJ, J.G.W. DE WAAL
EN MEVROUW E. PLES.
De VOORZITTER opent de vergadering om 19.00 uur met het gebed.
De VOORZITTER
Ik stel aan de orde een verzoek tot interpellatie met betrek
king tot een tweetal zaken, namelijk de Erel-Esso-affaire en
de openbaarheid van dossiers van Erel-Esso. Ik moet U mededelen
dat, hoewel het college in het algemeen Uw raad gaarne voor
stelt deze interpellatie toe te staan, en wij aanvankelijk ook
al een datum in gedachten hadden, wij toch daarop moeten terug
komen en U moeten adviseren om deze interpellatie op dit moment
vooralsnog niet toe te staan. Wij baseren dat op een brief die
wij gekregen hebben van onze advocaat die zegt: "Ik hoop U
etc. mijn advies binnenkort te doen toekomen. Daarop vooruit
lopend meen ik U met klem te moeten ontraden in dit stadium de
onderhavige kwestie in het openbaar te behandelen. Daar over en
weer de standpunten nog moeten worden verkend, vergt het belang
van de gemeente dat deze verkenningen niet doorkruist worden
door uitlatingen en/of voorlopige meningsvormen die zich wel
licht achteraf niet laten rijmen met de uitkomst van die verken
ningen". Bovendien is er door onze verzekeraar op gewezen dat
wij ons krachtens artikel 12 verplicht hebben tot, ik citeer:
"zich te onthouden van elke toezegging, verklaring of handeling
waaruit erkenning van aansprakelijkheid kan worden afgeleid of
alles wat de belangen van de maatschappij zou kunnen benade
len". Dat te zamen is voor ons reden om de indieners van de in
terpellatie dringend te verzoeken hun interpellatieverzoek op
dit moment in te trekken en later, zodra het moment het moge
lijk maakt om de interpellatie toe te zeggen, het verzoek om in
terpellatie te herhalen.
De heer SIMONS
Mag ik naar aanleiding hiervan 2 minuten schorsing?
t*
1:1
%u