18 APRIL 1985 436 MOTIE De raad van de gemeente Breda; constaterende 1. dat het college overtuigd blijft van haar gelijk met betrekking tot het intrekken in de Brebo-affaire van de eerder gegeven toestemming tot doorverkoop, terwijl de uitspraken in het rechtsgeding tot heden de gemeente in het ongelijk stellen; 2. dat de affaire belangrijke politieke, bestuurlijke, zakelijke en financiële gevolgen heeft, waardoor het beantwoorden van de schuldvraag noodzakelijk is; geeft het college in overweging: 3. de raadsvoorstellen inzake de Brebo voorshands terug te nemen 4. via een onderzoek door een onafhankelijke commissie binnen 2 maanden een uitspraak te laten doen over de schuldvraag met betrekking tot de Brebo-affaire 5. het resultaat van bedoeld onderzoek met de (aangepaste) raadsvoorstellen in de laatste week van juni a.s. in de raad te brengen; en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer SCHARFF Ik denk dat Breda vanavond een rekening gepresenteerd krijgt zo als Breda een aantal rekeningen gepresenteerd heeft gekregen en nog zal krijgen. Ik verwijs bijvoorbeeld even naar de vergade ring van gisteravond. Ik meen dat heel wat van deze zaken, en dat geldt ook voor dit onderwerp, volstrekt onnodig tot stand zijn gekomen en in feite gebaseerd zijn op een handelen van een college wat je op meerdere tijdstippen, zoals blijkt uit het verhaal van de heer Simons, zou kunnen omschrijven als klunge lig en zwak, zo niet foutief. Ik denk dat het met name, om de vraag draait in hoeverre er al dan niet aanwijsbaar foutief ge handeld is. De heer MARTENS Even voor de duidelijkheid. De heer Scharff spreekt over klunge len. Ik heb wel eens gehoord van klunen maar dat is weer voor bij. Over welke periode heeft hij het dan? Over het college van 1979? De heer SCHARFF Ik kan het hele verhaal van de heer Simons nu wel weer gaan her halen maar uit dat verhaal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 436