18 APRIL 1985
439
zaak. De wethouder heeft gezegd dat wij als gemeente daar for
meel buiten staan. Ik denk dat wij daar wel degelijk een oor
deel over kunnen hebben en dat wij ook geen enkele medewerking
zouden moeten verlenen aan dergelijk soort afspraken. Ik vind
dit echt heel erg slecht. Ik hoor ook geen argumenten van de
wethouder dat wij daar niets mee te maken zouden hebben. Het
maakt gewoon onderdeel uit van de overeenkomst en als zodanig,
nog afgezien van de controlerende taak die wij misschien ook
wel eens keer op ons zouden kunnen nemen, denk ik dat het ge
woon ter discussie staat vanavond.
De heer DE BRUIJN
Misschien dat de heer Scharff mij kan uitleggen wat er slecht
aan de zaak is, als er uitgegaan wordt van een openbare aanbe
steding, waarbij gewoon een selectie zal plaatsvinden zoals
overal elders en waarbij met open begrotingen gewerkt zal wor
den. Op dat moment is er van bevoorrechting geen sprake. Wat is
daar precies fout aan.
De heer SCHARFF
Ik denk dat er sprake is van afspraken die over langere termijn
lopen en waarbij wel degelijk schadevermindering aan de orde
is. Hierin zit de kern van de zaak.
De heer DE BRUIJN
Die schadebeperking vindt alleen maar plaats, als bij een open
bare aanbesteding blijkt dat Wilma toevallig dat toch zou krij
gen. Dan komt die schadebeperking om de hoek kijken. Kortom het
is alleen maar voordelig, anders hadden ze het ook gekregen en
hadden we geen schadebeperking gehad.
De heer SCHARFF
Ik kijk daar toch iets anders tegenaan. Ik zou mijn verhaal wil
len afsluiten met de vraag aan de wethouder of hij toch nog
eens een poging zou willen doen om de vraag van de heer Martens
wat duidelijker te beantwoorden. Dat is de vraag die in de com
missie gesteld is en die ik eigenlijk alleen maar kan
herhalen. Waarmee ik aantoon dat het een uitermate onduidelijk
verhaal is.
De heer CRUL
Ik zou, aanvullend op wat er al gezegd is, een paar opmerkingen
willen maken. In de richting van de heer Schuring zou ik het
volgende willen zeggen. Hij heeft de motie van 1980 aangehaald,
die motie is inderdaad door hem en mij ondertekend, waarin een
aantal feiten worden geconstateerd.
De heer SCHURING
Daarin worden ook politieke wenselijkheden uitgesproken.
De heer CRUL
Die onderschrijf ik nog steeds net zoals de constateringen die
erin staan. Maar in heel die zaak heeft meegespeeld dat tot dit