17 JANUARI 1985 43 De heer MARTENS Die landspolitiek heeft duidelijk te maken met het gemeentelijk beleid waar wij mee geconfronteerd worden. De VOORZITTER Met die aanloop bent U wel een kwartier kwijt. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL We hebben toch ook nog een tweede termijn? De heer MARTENS Dan zal ik in de tweede termijn Welzijn I en Welzijn II behandelen. De heer HENDRICKS Ik mag aannemen dat het naar het spreekgestoelte lopen niet van mijn tijd is afgegaan? Ik moet U complimenteren met deze raad die vanavond alleen over hoofdlijnen zou spreken en vervolgens in een ordedebat over de tijd verzandt. Wij hebben onze bijdra ge aan de algemene beschouwingen 1985 de titel meegegeven "tijd voor beleid en democratie" en misschien kunnen we daar vanavond een aanzet toe geven. In het kort zouden wij de begroting 1985 als volgt kunnen karakteriseren: "de raad heeft geen donder te vertellen; we bouwen voor de gezinsverdunning; er is te weinig werk aan de winkel; welzijn en lapmiddelen zijn te veel syno niem; financieel zitten we als gemeente helaas heel aardig in de klem; de burgerstaat in feite buiten die begroting maar heeft er het meest mee te maken; die burger houdt het vaak voor gezien". Tevens is dit een heel aardige illustratie van zoals wij er op dit moment in Breda voorstaan en vele gemeenten met ons. We zouden nu met deze korte kenschets onze bijdragende al gemene beschouwingen 1985 kunnen beëindigen. Ik moet U zeggen dat we dat niet doen. Dit is niet,en na het uitspreken van de lovende woorden over onze rol in de raad zou er alle reden voor zijn om tijdwinst te boekenmaar omdat in die geschetste proble matiek en in die korte karakteristiek in feite een geweldig stuk uitdaging ligt. Daar zullen we het dan verder vanavond over hebben. Het is aan de ene kant een versimpeling en dat schetst wel een juiste indruk maar het geeft lang geen volledig beeld. Ondanks de sombere kanten van de zaak zijn er ook duide lijk positieve ontwikkelingen aan te wijzen. Ten tweede is het ook zo dat niet goed lopende zaken, en onder andere het hele raadsgebeuren is daar een voorbeeld van, mogelijkerwijs omgebo gen zou kunnen worden. Daarmee heb ik dan tegelijkertijd de te neur genoemd van onze algemene beschouwingen. Met name over het eerste punt dat ik genoemd heb, die raad die geen donder te ver tellen zou hebben, daar wilde ik het graag eens met U over heb ben. Ik zal daarbij uiteraard geen volledigheid kunnen betrach ten maar we hebben toch een paar hoofdlijnen aangegeven. Eerst nog even over de zaken die moeilijk liggen maar die toch ook een aantal positieve punten in zich hebben. Minder middelen betekent ook een herbezinning op de essentialia van je taken. In feite is dat een positieve zaak want er was teveel scheef

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 43