18 APRIL 1985
442
De heer HOFSTé
Ik heb gisteren gezegd dat wij vertrouwen hebben in dit college
en dat we dat ook nu nog hebben. Dat onderscheidt ons van de ex
treem linkse drie.
Wethouder WELSCHEN
Als je als wethouder geconfronteerd wordt met een raadsbesluit
dat de Brebo-zaken uit de wereld zal moeten helpen, wanneer al
thans in de vergadering, die ook vanavond plaatsvindt, van de
leden van St. Joseph de lijn wordt uitgelegd zoals wij dat ho
pen, dan zou je je eigenlijk moeten voorbereiden op een zeer
hevige discussie, waarbij allerlei zaken die in de geschiedenis
een rol hebben gespeeld weer aan de orde zouden moeten komen en
weer weerlegd zouden moeten worden. Op dit moment heeft de raad
mij daar op geen enkele manier, en ik vind dat eigenlijk heel
gelukkig, aanleiding toe gegeven omdat praktisch alle sprekers
met een soort stemverklaring zijn gekomen. Ik heb in het geheel
vrijwel geen enkele vraag kunnen ontdekken. Er zijn er een paar
expliciet gesteld en die zal ik dadelijk ook beantwoorden. Als
het korter is dan U verwacht had dan is het niet omdat ik het
feestje van mijnheer Scharff van gisteravond waar ik bij mocht
wezen, vanavond niet wil herhalen maar dan is het echt vanwege
het feit dat het stemverklaringen waren waarin de vraagpunten
niet zaten. Als er vraagpunten zaten, dan waren het punten die
we, ook na afspraak, heel uitvoerig in de commissie hebben be
sproken. Er was afgesproken dat we in de commissie alles op
tafel zouden brengen wat we op tafel zouden kunnen brengen en
dat hier de besluitvorming zou plaatsvinden.
De heer SCHARFF
Mag ik de wethouder vragen wat hij bedoelt met het feestje van
de heer Scharff?
Wethouder WELSCHEN
Het feestje wat ik gisteren bij de heer Scharff heb mogen
meemaken
De heer SCHARFF
Oh, U vond het een feestelijke bijeenkomst gisteravond?
Wethouder WELSCHEN
Ik vond het buitengewoon feestelijk. Dat heb ik U ook laten mer
ken.
De heer SCHARFF
Dan is het niet te hopen dat Breda nog meer van dit soort feest
jes op z'n dak krijgt.
Wethouder WELSCHEN
Ik denk dat het van belang is dat we ons proberen te beperken
tot de hoofdpunten die nu nog aan de orde zijn. Dat zijn er een
paar. De heer Bokkelkamp heeft twee punten naar voren gebracht,
waar hij van vindt dat daar toch nog aandacht aan besteed zou
moeten worden. Dat is op de eerste plaats het punt waarvan hij