18 APRIL 1985 456 even uitgeleend aan de secretarie. Maar in mei 1959 werd U be noemd als directeur van sociale zaken. Jan wist van geen ophou den, geachte toehoorders, want toen in 1964 de functie van ge meentesecretaris in zicht kwam, bleek dat hij deze functie am bieerde en met 19 andere kandidaten ging de sollicitatie in zee. Het resultaat daarvan is niet moeilijk te raden. Toch was de benoeming opmerkelijk te noemen, want op de voordracht die het college aan de raad deed, prijkten drie namen, met op de derde plaats de naam van Jan van den Dam. Om uiteindelijk toch die eerste plaats in die benoeming te bereiken waren in de raad drie stemmingen nodig met het bekende resultaat. Nog een opmer kelijk feit was, dat de gemeenteraad in zijn vergadering van 1 januari 1965 deze benoeming bevestigde door de installatie van Jan van den Dam als gemeentesecretaris en zo kon het gebeuren dat de nieuwe secretaris samen met de burgemeester op de daarna volgende nieuwjaarsreceptie de gelukwensen en de nieuwjaarswen sen in ontvangst kon nemen. Toen was je dus gearriveerd op de plaats, die je nu na ruim 20 jaar gaat verlaten. Een plaats waarop je je geheel waar kon maken en die je de mogelijkheid gaf je ten volle te ontplooien. Als we daar op terugkijken ge loof ik te mogen zeggen, dat je de mogelijkheden die de functie - als gemeentesecretaris - bood ook ten volle benut hebt. Ook heb ik gemerkt dat je een zeker schrijverstalent hebt, want heel wat publikaties - en onze voorzitter noemde het aantal al - zijn van je hand verschenen. Van verschillende heb ik kennis kunnen nemen en wat me dan opvalt is de prettige en de aangena me wijze waarop, niet alleen geschreven is, maar ook de grote kennis van zaken, die daar uit spreekt. Trouwens het studeren ging ook nog door. Want een jaar na de benoeming als secreta ris, die toen nog Drs. was volgde de promotie tot Dr. op het proefschrift: "De aspecten van de sociale geschiedenis van Breda na 1850". Jan, dat je door je kennis van zaken en wijs in zicht ook een veel gevraagd man bent geweest, bleek duidelijk. Dat je op een bepaald moment zitting had in tal van besturen en commissies. Een aantal daarvan qualitate qua, maar het waren er op een moment 16 in getal. Waar haalt die man de tijd vandaan, vroeg ik me af, als je dan weet dat Jan ook nog doceerde aan de katholieke school voor maatschappelijk werk, aan het katholiek instituut voor sociale opleiding Markendaal en aan de bestuurs- academie Noord-Brabant. Aan werklust dus bepaald geen gebrek. Ik denk dan ook dat de zwijgzaamheid in deze raad ruimschoots gecompenseerd werd door de pen met zeer vaardige hand te hante ren. Of je politiek een ongevoelig mens bent, waag ik te betwij felen. Wellicht horen wij daar nog wel eens iets van. Wel mag van je gezegd worden, dat je een beminnelijk mens bent, je al tijd bereid was de raadsleden zonodig met raad en daad ter zij de te staan en hen te helpen de weg te vinden in het labyrint, wat het gemeentelijk apparaat toch altijd nog is. Jouw visie daarop was indertijd zijn tijd ver vooruit, hoewel die nu lang zaam gestalte gaat krijgen bij de reorganisatie van de secreta rie. Je zal het in de praktijk van de functie niet meer meema ken, nu je gekozen hebt voor uittreden. Ik geloof dan ook dat dit besluit wat je genomen hebt voor jezelf een goed besluit is. Er zijn nog tal van mogelijkheden voor een man met zoveel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 456