17 JANUARI 1985
45
raad. Ten slotte willen wij U een globale modeluitwerking bie
den van onze gedachten over hoe deze raad zou kunnen functione
ren. Volgens ons staatsrecht kennen wij dualisme in het staats
bestel en monisme in het raadsbestel. Onder monisme wordt dan
verstaan dat de raad niet alleen aan het hoofd staat van de ge
meente maar tevens de rol vervult van volksvertegenwoordiging.
Anders gezegd: raad, burgemeester en wethouders geven gezamen
lijk invulling aan het beleid en zijn daarvoor gezamenlijk ver
antwoordelijk. Bij een dualistisch uitgangspunt ligt dat nou
net andersom. Er is sprake van een fundamenteel andere rol. De
raad is daar de volksvertegenwoordiging en het college van bur
gemeester en wethouders is het gemeentebestuur. In die laatste
optie zouden we een hele interessante propositie kunnen bespre
ken want dan zou je namelijk de wethouders kunnen recruteren
van buiten de raad en het zou op zichzelf eens aardig zijn om
daarover van gedachten te wisselen. Alleen is er een probleem.
Wettelijk zal het waarschijnlijk in de nieuwe gemeentewet niet
worden verordeneerdIk zie de burgemeester schudden en omdat
hij ook een volksvertegenwoordiger is in een hoger vlak dan
hier, moet ik daaruit afleiden dat mijn opmerking juist was.
De VOORZITTER
Dan zal ik wat meer schudden.
De heer HENDRICKS
Ik houd U eraan als ik vraag: "ben ik al aan mijn tijd"? Als U
dan schudt, dan kan ik rustig doorgaan. Het zuiver monistisch
systeem. Is dat stelsel waarmee wij werken nou zo zuiver monis
tisch? Een paar voorbeelden om toch het tegendeel aan te
tonen. De benoemde burgemeester is duidelijk een dualistische
eend in de bijt. Ook het college van burgemeester en wethouders
met zijn collegiale bestuursvorm is daarvan een voorbeeld. Im
mers, in de raad wordt vergaderd over voorstellen waarvoor het
dagelijks bestuur als geheel verantwoording draagt. Dus staan
raad en dagelijks bestuur op dat moment tegenover elkaar en is
er een vorm van dualisme. Het recht op het stellen van schrifte
lijke vragen door een raadslid en het recht op interpellatie
zijn even zovele voorbeelden, want ze zijn namelijk ontleend
aan het staatsbestel en dat was duidelijk dualistisch. Deze
voorbeelden kan ik nog met een aantal andere uitbreiden maar ik
denk dat ik U teveel zou vermoeien en dat gezien het late tijd
stip en de warmte hier, U in slaap zou vallen. Ik wil er toch
één saillante toevoeging bijmaken en dan ziet U heel duidelijk
het verschil met het monisme. Een wethouder zal nooit schrifte
lijke vragen stellen of een verzoek om interpellatie indienen.
De zuivere monisten onder U, bedenken zich voordat zij iets
zeggen. Belangrijker in het kader van de discussie over monisme
en duelisme is veel meer de verhouding tussen autonomie en
medebewind. Onder autonomie wordt verstaan de vrijheid om zelf
algemeen bindende regels te maken of concrete bestuurs
handelingen te verrichten met betrekking tot de eigen huishou
ding. Dat doen we thuis ook. Medebewind is de verplichting om
medewerking te verlenen aan de uitvoering van regels van hogere
bestuursorganen, zegt U maar het rijk. Bij medebewind, dat is
toch interessant om te noemen, ligt het primaat bij het colle
ge. Ik geloof dat ik voor enige commotie zorg in de V.V.D.-
fractie. De heer Taks is een machtig man en daar moet je toch