18 APRIL 1985
461
plichtplegingen. Dat moet U niet in een onaangename zin opvat
ten. Ik vind dit soort rituelen wel aardig, maar ze zijn eigen
lijk niet zo erg aan mij besteed. Ik vind het heel plezierig om
hier te staan, maar ik geef er eigenlijk niet zoveel om. Ik zal
U ook uitleggen waarom dat zo is. Toen ik op 1 januari 1965 ge
ïnstalleerd werd als secretaris, moest ik de volgende dag al -
want het was nieuwjaar - opdraven in de bijeenkomst van de
ambtenaren van de secretarie en ik moest dus zeer geïmprovi
seerd een toespraakje houden. Nu houd ik niet van geïmproviseer
de toespraakjes. Ik ben niet zo'n primair reagerend man, ik ben
meer secundair reagerend. Ik had wat op papier gekrabbeld en ik
heb toen één ding tegen mijn nieuwe medewerkers gezegd: "dames
en heren, ik ben niet gediend van byzantinisme"wat betekent
dat ik niet houd van kruiperij tegenover machthebbers, van ogen-
dienarij in mijn richting, maar daar houd ik ook niet van van
uit mij zelf. U moet dus, wat ik dus nu ga zeggen als plichtple
gingen, maar in die context plaatsen. Ik ga dus beginnen met
een paar dankwoordjes. Burgemeester, voorzitter van de raad, ik
dank U zeer voor de toespraak die U in mijn richting hebt uitge
sproken. Ik vond het een zeer knappe analyse, die mij ongetwij
feld, als ik ze in druk zal zien, tot nadenken zal aanzetten en
misschien ook wel tot schrijven; dat weet ik nog niet. In ieder
geval vond ik het heel erg leuk. Nu moet ik trouwens mijn lees
bril opzetten, want anders kan ik niets meer lezen. Mijnheer de
nestor van de raad, ik dank U voor Uw vriendelijke woorden en
ook voor het cadeau dat U namens de raad aangeboden hebt. Ik
zal U een anekdote vertellen; mijn vrouw weet ervan. Wij ston
den op een bepaald moment in de Eindstraat voor een raam van
een opticien en ik stond naar kijkers te kijken. Ik zei tegen
mijn vrouw: "Als nou de raad mij een cadeautje wil geven, dan
zou dat een leuk cadeautje zijn", Ik draai me om en wie zie ik
daar staan? De heer Van Duijl. Die kom ik nooit tegen, maar hij
stond daar en ik zei tegen mijn vrouw: "Het is toch niet te ge
loven". Ik zal met die kijker heel veel exerceren, wellicht el
ke dag. Ik heb al gezien dat het een hele goede is. Ik heb nog
nooit zo'n goede gehad. Ik heb altijd wel kijkers gehad, maar
ik moet een goede kijker hebben. Ik sluit me meteen even aan
bij wat Hein gezegd heeft. Het is onvoorstelbaar, maar als je
net zo als ik nou anderhalf jaar met zo'n schitterende hond el
ke dag op pad bent, dan merk je veel meer van wat er in de we
reld te koop is dan anders. Ik kan U bijvoorbeeld zeggen dat in
de twee stukken bos, links en rechts van de Huisdreef, het Ul-
venhoutsebos dus, op het ogenblik naar schatting 2 tot 3 mil
joen bosanemonen staan te bloeien. Ik zou zeggen, niet allemaal
tegelijk er naar toe, maar ga toch eens een keer kijken. Het is
schitterend. Kees, hartstikke bedankt voor de vriendelijke woor
den en voor het cadeau. Beste Hein, opvolger, ook jouw verhaal
vond ik een zeer knappe analyse. Ik had er zelf waarschijnlijk
niet op kunnen komen, maar nogmaals ik ben zeer secundair reage
rend. Ik kan dat niet a la minute. Ik ben geen politicus. Jul
lie moeten er altijd - als de ene wat zegt - onmiddellijk op
reageren, het liefst interrumperen, maar zo zit ik niet in el
kaar. Ik ben van een heel ander slag. Ik moet het eerst eens op
mijn gemak kunnen lezen, voordat ik er goed op kan reageren.