9 MEI 1985 De heer SIMONS Dat kan natuurlijk nooit. We moeten eerst over de vertrouwelijk heid praten en dan pas over de andere interpellatie. De VOORZITTER Geen bezwaar. Eerst de interpellatie over de vertrouwelijkheid van het dossier. Is er behoefte aan het afleggen van stemverkla ringen? De heer HOFSTé Onze fractie heeft bij het eerste verzoek om een interpellatie een standpunt bepaald en dat standpunt is het volgende. Onze fractie is nadrukkelijk van mening dat we met verzoeken om in terpellatie heel voorzichtig en behoedzaam moeten omgaan. Dat geldt zowel voor het indienen van een verzoek om interpellatie als de beoordeling om het toe te staan. Wat aan de orde is, is de vraag, en ik betrek hier toch beide interpellaties bij, of de raad optimaal wordt geïnformeerd en dat het college verant woording aflegt. Daar hangt mee samen de mate waarin je vertrou wen stelt in het college. Als het college goed werkt, dan geeft het de informatie die het kan geven uit zichzelf. Dat is naar de mening van onze fractie ook duidelijk het geval. Alle infor matie heeft vertrouwelijk ter visie gelegen en dat is vanwege het gemeentelijk belang. We hebben daar een brief over van de stadsadvocaat. Als je dat nou in aanmerking neemt, en we zijn er hier als raad voor om het gemeentelijk belang te dienen, dan rest er voor onze fractie geen andere conclusie dat de beide verzoeken apert dienen te worden afgewezen. De heer TAKS Wat ik zeg over dit interpellatieverzoek geldt uiteindelijk ook voor het andere interpellatieverzoek. Ze hebben allebei op het zelfde onderwerp betrekking. Wij vinden dat het een aangelegen heid is die op dit moment niet in aanmerking komt voor behande ling in een openbare raadsvergadering. Het belang van de gemeen te en van de verzekeraar verzetten zich daartegen. Het dringend advies van de stadsadvocaat laat wat dat betreft geen enkele twijfel. Wij staan op het standpunt dat de raad zich onthouden moet van al hetgeen de belangen van de gemeente zou kunnen scha den en daarom wijzen wij de beide interpellatieverzoeken af. Naar onze mening, precies zoals de heer Hofsté heeft gezegd, zijn de leden van de raad, door middel van vertrouwelijke ter inzagelegging van het dossier, voldoende van de feiten op de hoogte om hun controlerende taak te kunnen vervullen. Openbare behandeling van de zaak op dit moment of openbaarmaking van een dossier zal in geen enkel opzicht bijdragen tot meer inzicht van de raad maar het zou wel de positie van de gemeente in het gerezen geschil kunnen schaden. Het belang van de openbaarheid moet dan ook wijken voor het gemeentelijk belang dat in dit ge val strikte vertrouwelijkheid vereist. Wij menen dat de raadsle den bij het aanvaarden van hun functie zich verplicht hebben om het gemeentelijk belang te behartigen. Tegen deze achtergrond, en gelet op het advies van de stadsadvocaat en de brief van het college van 6 mei aan de raad, zou het toch voor de hand liggen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 473