9 MEI 1985
476
De heer SIMONS
Er worden heel wat argumenten aangedragen door anderen. t
c
De VOORZITTER s
Die hoeft U niet te bestrijden. U kunt aangeven waarom U vindt v
dat het wel moet.
v
De heer SIMONS g
Ik vind dus dat het wel moet omdat aan de raad een politieke e
uitspraak gevraagd wordt over de handelswijze van het college. r
Een politieke uitspraak over de handelswijze van het college is
een andere vraag dan de vraag of je juridisch ingelijfd bent. E
Daarom klopt de argumentatie vanuit het college over de verzeke- j
ring niet. Daarin staat namelijk een ontbindende verklaring dat V
als de raad aannemelijk kan maken in goeder trouw gehandeld te E
hebben, je wel over de zaak mag praten. Dus het argument van de
verzekering vervalt daarmee. De stadsadvocaat kan alleen praten E
over juridische zaken. Wij praten daar niet over. Wij zijn ook F
geen juristen. Wij willen een politieke uitspraak. We lopen op 1
geen enkele wijze risico op het moment dat wij hier openbaar v
over de zaak gaan praten.
E
De heer SCHARFF M
Ik ga even terug naar de brief die het college de leden van de
raad heeft doen toekomen waarin o.a. de advocaat aan de orde p
komt. U voert ook artikel 12 van de verzekering aan en ik denk A
dat als U dat doet, U zich op een heel gevaarlijk pad begeeft. t
Het zou namelijk betekenen, als U dit als argument wilt hante
ren, dat U de raad voortaan bij iedere zaak die in deze sfeer p
terecht komt en die onder behandeling van de verzekering staat, D
verhindert een politieke uitspraak te doen. Dat betekent dat de
raad veelal na jaren pas een uitspraak over die zaken zou kun- D
nen doen. Ik hoef de raad alleen maar te herinneren aan de D
Brebo-zaak om te laten zien dat we dan over oude koeien
praten. Naar mijn mening laten we dan onze politieke taak als S
raad liggen. We kunnen dit niet toestaan. Ik zou er daarom
ernstig voor willen pleiten om de raad toch tot een p
inhoudelijke beoordeling, en daaraan gekoppeld een politieke I
beoordeling, te laten komen. w
d
De heer CRUL v
Ik heb vooral de opmerking van de heer Hofsté in me opgenomen. p
Hij zei: "De mate van vertrouwen in het college heeft te maken m
met het standpunt dat je inneemt". Het is natuurlijk zo dat dit d
niet de eerste zaak is, waarbij problemen zijn op het punt, of p
er nu wel de juiste informatie gegeven wordt of dat de waarheid p
gesproken wordt. Het is niet de eerste zaak en ik vind dat dat v
bij de beoordeling van het wel of niet toestaan alles van deze
interpellatie, van belang is. Het belangrijkste punt wat aan de D
orde gesteld wordt, is dat het gemeentebelang overstijgt. Wij U
menen dat dat niet het geval is. Het functioneren als raadslid, c
als bestuurder van de stad is de belangrijkste zaak die aan de 0
orde is. Als je bestuurder van een stad bent, dan moet je je
controlerende en meebesturende taak naar het college toe goed p
D