9 MEI 1985
496
gesteld. Die grens wordt nu in feite toch weer voor een stukje
overschreden. Ik vind dan dat je in feite bezig bent met een
verschuivende grens aan te leggen. Dat is onduidelijk. Ik zou
er voor willen pleiten dat, als je eenmaal tot de conclusie
komt dat een bepaald bedrag per aansluiting een goede zaak is,
je je daar dan aan moet houden en dat je daar niet overheen
moet gaan. In de tweede plaats denk ik, naar de toekomst kij
kend, en met de toekomst bedoel ik dan de nabije toekomst, dat
er zich snel veranderende mogelijkheden gaan voordoen betref
fende de ontvangst van allerhande signaalzaken, waarbij ik met
name ook denk aan sateliettelevisie. Ik vind daarom dat, in de
afgelegen of althans minder bereikbaar gelegen gebieden, je er
met dat soort nieuwe oplossingen rekening mee moet houden dat
die op zeer korte termijn beschikbaar komen tegen een lager kos-
tenbedrag dan thans hiervoor zou moeten worden beschikbaar ge
steld. Vanuit die twee overwegingen stem ik tegen het voorstel.
De heer DE HOOGH
In veel van de woorden van de heer Scharff kan ik me toch wel
vinden. Ik zal ze daarom ook niet herhalen. Ik krijg een beetje
het gevoel, in de richting van de heer Van den Wijngaard, dat
het gaat om een soort salami-techniek dan wel -tactiek. Twee
gulden b.t.w.-verhoging akkoord; vorig jaar was het vier gulden
en wie weet wat het volgend jaar weer brengt. Op die manier
vind ik, als je die verhogingen verknipt, dat je altijd kunt
spreken van beperkte c.q. schoksgewijze verhogingen. Ik wil
daar toch duidelijk afstand van nemen. Die grens van f 6.000,--
is destijds door het college vrij arbitrair gesteld. We hadden
daar al problemen mee maar goed, die grens is gesteld. Daar
wordt nu duidelijk van afgeweken bij een groot aantal woningen
waar het om gaat, namelijk 150 woningen. We hebben in 1984 ge
stemd tegen de toenmalige uitbreiding van 320 woningen. Niet om
die inwoners die zaak te misgunnen, maar het leven is kiezen en
politiek is afwegen. We hebben toen gesproken over aan de ene
kant de woonlasten en aan de andere kant de lusten en lasten
van het buitenleven en toen is die afweging bij ons negatief
uitgevallen. Het ligt nu een beetje moeilijker omdat van de zij
de van de V.V.D. gesteld is, dat het in feite gaat om het ver
haal ten aanzien van een aantal van deze woningen in combinatie
met de aanleg van drukriolering in de sfeer van het is nu of
nooit. Dat maakt die afweging dus wat moeilijker. Wat ik in
eerste termijn aan de wethouder zou willen vragen is het vol
gende: in het collegevoorstel wordt op een tweesporenbeleid aan
gekoerst. Aan de ene kant is er in het voorstel een gedeelte wo
ningen aan te sluiten conform het voorstel, wat zou leiden tot
een driesprong van 45 cent per aansluiting. Daarvan luidt het
voorstel dat die 45 cent meegenomen moet worden in de exploita
tie van de C.A.I. Over het compartiment-gedeelte, wat tot de
verhoging van f 1,80 leidt, zegt het collegevoorstel: dat moet
naar de Bredase burgers worden doorgesluisd. Als je het even
grofweg omrekend met een factor van 50.000 woningen, dat is het
maximale, want niet iedereen zit op de C.A.I. dan zou je maxi
maal op een jaarlijkse exploitatielast komen van circa 100.000
gulden. Ik kan me de, misschien kan de heer Van de Wijngaard