9 MEI 1985 500
die 45 cent, want je moet bepaalde reserves houden, voor reke
ning van de reserves te nemen, maar dat dat niet kan voor het
totaalbedrag van f 2,25.
De heer DE HOOGH
Dat is nou net het kernpunt van de zaak. We moeten hier niet
het beeld opwerpen als zou de gemeente Breda de exploitatie
voeren van de Casema. Het is zo dat de tariefstellingexploita
tie in feite de vrijheid van de Casema is. De gemeente Breda
wordt er weliswaar over geraadpleegd doch hoeft geen instemming
te betuigen. Mijn vraag is dan, ook tegen de achtergrond van de
kritische geluiden destijds door de voorganger van wethouder
Römkens gedaan, in hoeverre er bij de Casema pogingen zijn ge
daan om a. het cijferbeeld helder te krijgen en b. die zaak tij
delijk in exploitatie onder te brengen. Ik denk dat dat in eer
ste termijn het kernpunt van mijn vraag was.
Wethouder RÖMKENS
De tekst zou daar iets anders kunnen doen suggereren. Wij stel
len U voor deze verhoging niet door te berekenen. Uiteraard is
dat een zaak die na ampel overleg met de directie van casema,
die een eigenstandige bevoegdheid in deze heeft, doorgesproken
is en ook de instemming van casema heeft, maar dat geldt niet
voor de f 1,80, tegen de achtergrond van de motivering die ik
zoëven gegeven heb. Of dat een volledig bevredigend antwoord is
op de vraag van de heer De Hoogh, kan ik niet bevroeden maar zo
liggen wel de feiten. We hebben een afweging gemaakt. Wij zijn
van mening dat die éénmalige kans benut moet worden. Het kost
inderdaad f 1,80. Ik ga niet in op de opmerking van de heer De
Waal omtrent bepaalde opmerkingen die daar in de commissie over
gemaakt zijn. Ik dacht dat daar ook, voor zover dat verkeerd
zou zijn overgekomen, een rechtvaardiging mijnerzijds voor gege
ven is. Ik constateer alleen dat het hier gaat om 15 cent per
maand en daar praten we in feite over. Ik wil daarmee niet het
woonlastenvraagstuk bagatelliseren, maar ik wil ook in de over
weging betrekken dat we hier mensen kunnen voorzien van een
voorziening die anders van deze voorziening verstoken zouden
blijven. Dat is de overweging geweest en ik kan er niets nieuws
meer aan toevoegen.
De heer HENDRICKS
Na alle reprimandes van verschillende kanten deze avond durf ik
op geen enkele wijze meer aan de discussie deel te nemen. Ik
moet natuurlijk wel even reageren op datgene wat wethouder Röm
kens in mijn richting gezegd heeft over datgene wat hij verre
van zich geworpen heeft. Ik neem aan dat dat op dit moment in
het buitengebied zal liggen. Hij heeft wel gelijk. Ik heb mijn
formulering niet zorgvuldig genoeg gedaan, in die zin dat wij
de stukken wèl tijdig toegezonden hebben gekregen, waarin aange
drongen werd op een eventueel telefonisch geven van een reactie
enz. meer. Ik vind echter aan de andere kant dat in het voor
stel de aanpak van het college op een andere wijze naar mijn me
ning, naar voren had moeten worden gebracht en met een betere