9 MEI 1985 51*1 kwestie of het C.B.T. in een gecommercialiseerde situatie, mis schien in een deels geprivatiseerde situatie, zijn rol kan blij ven spelen, waarbij we dan ook nog goed weten welk deel van de grote produkties Breda daar op het C.B.T. houdt. Pas dan kun je zeggen dat we de hoofdroute weten en kunnen we een heel auto matiseringsplan maken. Het is dus een met zijn allen proberen om dat overlevingspad op een goede manier af te lopen. Klantge richt werken met een behoorlijke produktie en met een behoor lijk financieel perspectief draaien, is wat we met z'n allen op dit moment proberen. Of we eruit komen is nog niet zo erg zeker. De heer CRUL Ook bij wethouder Welschen is het moeilijk om zowel namens het college te spreken als bestuurslid van het C.B.T. te zijn. Het is bekend dat dat een moeilijke positie is. Het is zo dat uit het stuk blijkt dat er, zowel wat die ontwikkelingskant betreft als de produktiekantgrote twijfels zijn of de prognoses van het C.B.T. wel uit komen. De wethouder zegt dat je die prognose best kunt stellen. Het college wijst die naar mijn mening, zo als ik het lees, af. Er staat op bladzijde 2 letterlijk dat dat zeer grote onzekerheden geeft. Natuurlijk draait het erom wat je in Breda gaat doen en wat je in Tilburg nog laat uitvoeren. Ik zie deze weg, dat is dus een tussenweg zegt de wethouder, als een zeer risicovolle weg, waardoor er hoge kosten in Til burg blijven en wij zelf ook hoge kosten aan de automatisering gaan besteden. We doen het dan centraal en decentraal en ik denk dat dat centrale, gezien de ontwikkelingen toch praktisch zeker weg zal vallen. Of daarna privatiseringsmogelijkheden ko men, is de vraag. Het is zo dat er nu, zover wij het kunnen overzien, nog mogelijkheden zijn dat je nog een aantal mogelijk heden met Tilburg zou kunnen hebben. Die mogelijkheden zullen in de toekomst steeds kleiner worden. Wij hebben gisteren ge vraagd om toch andere mogelijkheden ook aan ons te presenteren, waarbij wij ook gezegd hebben dat je een sociaal verantwoorde afbouw ook in je overwegingen moet betrekken. Het standpunt dat wij hebben, spoort natuurlijk niet met het voorstel. Dat er een noodzaak is met zoveel onzekerheden, die het college ook ziet, om dan een begroting voor zoveel jaren te gaan goedkeuren, want daar zeg je toch iets mee dat lijkt in onze opvattingen ondenk baar. De heer SCHARFF Wat mij opviel bij de beantwoording door de wethouder is dat hij in feite op een heel centrale vraag vanuit de raad, en niet alleen door mij gesteld maar ook de heer Bokkelkamp hoorde ik dat vragen, niet antwoordde. Die vraag is wanneer komt nu einde lijk dat automatiseringsplan, voor wat Breda betreft, rond. Ik denk dat de aarzeling die er heerst voor een deel is terug te voeren op het ontbreken van die visie. Wat dat betreft hoop ik dat de wethouder in de tweede termijn daar duidelijkheid over wil geven, want ik vind dat we lang genoeg hebben zitten wach ten op die duidelijkheid. Ik vind dat je alleen maar met zo'n visie akkoord zou kunnen gaan met een voorstel zoals hier voor ligt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 514