9 MEI 1985 519 De heer DE HOOGH Ik wil beginnen met te concluderen dat de Bredase inwoners ein delijk waar voor hun geld krijgen, in die zin dat we van de plastic zakken naar de containers overstappen, wat in wezen wordt gefinancierd met datgene wat eigenlijk de Bredase burgers de afgelopen jaren teveel hebben betaald. Dus in feite gaan we nu uiteindelijk naar het beleidsuitgangspunt: de huisvuilophaal dienst moet kostendekkend zijn. In die zin vind ik dat het geen onaardig voorstel is. Niettemin blijft dan toch dat er een aan tal plussen en minnen bij te zetten zijn. Wat wij toch zwaar laten wegen zijn de voordelen in de sfeer van het milieu, waar bij wij met name dan denken in de richting van een aantal wij ken, die gesignaleerd hebben dat het zwerfvuil gigantische pro porties aannam. Dat blijkt dan toch in belangrijke mate terugge bracht te kunnen worden en dat juichen wij toe. Wij hebben ook met vreugde geconstateerd dat de wethouder heeft toegezegd dat ten aanzien van de verstrekking van de containers qua formaten souplesse zal worden betracht, al dan niet vanuit de tenen van de directeur van de milieudienst. Wat wij toch nog wel eens van de wethouder willen weten is in hoeverre van de kant van de ge meente met de komst van de containers, een actief beleid wordt gevoerd ten aanzien van het benadrukken in de richting van de inwoners van zaken als glasbakken, gescheide papierophaal etc. Een ander punt, wat in onze optiek in feite niets te maken heeft met de mini-container maar wel nadrukkelijk in Uw pread vies en in overweging van het besluit wordt genoemd, is de zaak, ik zal niet zeggen de affaire, van de f 7,80. Het besluit spreekt ten aanzien van de investeringslasten in feite over aan wending van de facto feitelijk bestaande ruimte, zonder dat dat leidt tot tariefsverhoging voor de Bredase burgers. Vanuit de bestaande ruimte bij elkaar gehaald en vanuit een aantal finan cieringsbronnen is de zaak dus kostendekkend te exploiteren, maar zegt het college: wij trekken daar tegelijkertijd bij dat die reinigingsrechten met f 7,80 moet worden verhoogd en dat hangt dan hiermee samen: in feite is en blijft natuurlijk die f 7,80 verhoging reinigingsrecht een pure hug-operatiewaar voor in 1983 al wat voornemens werden geuit. Wij zouden dan met name afstand willen nemen in dit raadsvoorstel van die f 7,80 op deze manier en op dit moment, zonder daarmee, dat zeg ik na drukkelijk in de richting van een aantal fracties, afstand te nemen van het raadsbesluit inzake de investering in de mini-con tainers. Wij hebben er gisteravond uitgebreid over gehad in de commissie m.e.m. Wellicht dat U daar in eerste termijn wat reac tie op zou kunnen geven. De heer HENDRICKS Ik denk dat als je de zaak op c weegschaal legt, de weegschaal naar de positieve kant uitslaa als je de minicontainers af weegt tegen de milieuhygiënische factoren. Het is van belang te constateren dat voor die minicontainer die tariefverhoging niet nodig is. Dat is al eerder gezegd en dat hebben wij ook bij her haling betoogd. Het is ook duidelijk dat de tariefverhoging van de f 7,80 noodzakelijk is om de ï.u.g.-doelstelling te halen. Het belangrijkste punt waarom ik het nu nog memoreer is dat in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 519