9 MEI 1985 526 Wethouder RöMKENS De voorzitter vraagt mij wat dat voor een brief is. Dat is de brief die ik aan de commissie heb geschreven als schriftelijke beantwoording op een hele hoop vragen. Toen werd door de commis sie opgemerkt: hier wordt gesteld dat het voor een ruime meer derheid van de huishoudens een besparing van f 14,70 oplevert. Die opmerking heb ik zuiverder gesteld. Naar mijn mening moet je zeggen "dat qua woonlasten voor een ruime meerderheid van de huishoudens invoering van de minicontainers een besparing tot f 14,70 kan opleveren". Dat is de formulering en ik kan me niet voorstellen, dat formeel opnemen in het besluit, een wezenlijke andere betekenis heeft als de formulering zoals ik die nu in de toelichting op het besluit heb gegeven. De heer HENDRICKS Dit vind ik een wijze van debatteren met elkaar die me toch niet zo erg ligt. Ik kan een klein voorbeeld geven, waarbij het verschil in woordjes, een aanmerkelijk veschil uitmaakt in we ging. "In" overleg of "na" overleg. Dat is zo'n ongelooflijk groot verschil, terwijl het alleen maar twee lettertjes op pa pier uitmaakt. Hier is heel nadrukkelijk, en daarom heb ik mede zo lang in eerste termijn over het zaakje zitten te praten, ge probeerd uiteen te halen welke verschillende aspecten aan de or de waren. Dat is vervolgens nog eens een keer heel duidelijk in die brief gekomen. Er is ook gezegd, mede op mijn uitdrukke lijke vraag en stelling, dat het te bondig en te stellig was ge formuleerd. Toen heb ik gezegd: het kan maximum leiden tot enz. Dan vind ik dat de wethouder, als hij zelf in zijn brief aan de commissie meedeelt dat hij als portefeuillehouder vindt dat het besluit in die zin in het voorstel moet worden aange past, vanavond op onze tafel een besluit en een voorstel zou hebben moeten voorleggen met een aangepaste tekst. Zo vind ik dat het hoort te gaan. Wethouder RöMKENS U merkt hoe ik met stomheid geslagen ben. Ik kan niet meer zeg gen als wat ik net gezegd heb. Het spijt me. De problemen van de heer Hendricks begrijp ik wel. Maar als ik hier de stellig heid nadrukkelijk conform de eerdere ingenomen standpuntbepa ling anders formuleer, dan weet ik niet hoe ik het anders moet doen De heer HENDRICKS Op 1 mei is die brief geschreven tweede commissievergadering gehad, heel nadrukkelijk deze toezegging naar voren gekomen. Ik mocht toch in die richting ook gewijzigd zou een iets ander papiertje had gelegen met een iets andere tekst. Dat is alles. Ik vraag niets onmogelijks. Ik vraag al leen maar dat U datgene nakomt wat afgesproken is. En dat dat soms maar op papier een schijnbare nietigheid is, dat ben ik met de wethouder eens, maar het kan inhoudelijk wel een enorm verschil uitmaken. Ik heb echter gehoord wat hij gezegd heeft en kort daarna hebben we een Toen heeft wethouder Römkens gedaan. Die is integraal toen aannemen dat het besluit dan zijn, en wel dat er vanavond

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 526