17 JANUARI 1985 52 zin dat er nog een aantal tegenvallers niet zijn verwerkt, noch in de begroting 1985 noch structureel. Rekening houdend met een mogelijkerwijs stuk onduidelijkheid over het rendement van de stadsverwarming, zijn wij niet gerust op de toekomstige rende mentsontwikkelingen bij het enwa. Voor wat betreft de publieks gerichte benadering van het enwa, zien wij thans op korte ter mijn voorstellen omtrent de zogenaamde verbruikersraad graag te gemoet. Ik stap dan over van het enwa en het gas naar de milieu dienst. Wij menen daar een richtinggevend en ambitieus beleid te mogen aanschouwen. Voorbeeld daarvan is het opzetten van het milieu-educatiecentrum. De bodemproblematiek echter is een kwes tie waarvan de commissievoorzitter heeft geconstateerd dat daar een achterstand is met als vraagpunt: is deze structureel of in cidenteel van aard? Wij zouden daar graag, en met name over de consequenties, meer van U over willen vernemen, ook financieel. Over het Industrie- en Havenschap Moerdijk kan ik kort zijn. De tekst die daarvoor stond is vervallen. Wij verwachten dat U naar aanleiding van het gesprek a.s maandag nog kunt terugkoppelen naar de raad voor de 2e termijn. Een andere zaak die speelt in het hele verhaal van Moerdijk, is dat ondanks de diverse rapporten dat Moerdijk een slechte locatie daarvoor zou zijn, een politieke lobby op gang is gekomen, niet in het minst aangevoerd door onze onvolprezen Commissaris der Koningin, waarbij plotseling Moerdijk als een van de meest belangrijke en hoog genoteerde vestigingsplaatsen wordt genoemd voor een kernenergiecentrale. Hier zitten vele nadelen aan verbonden. Ook voor de anderssoortige bedrijvigheid ter plaatse. Wij hebben daar grote bedenkingen bij. Daarenboven moeten we er voor waken dat de mogelijke vestiging een chantagemiddel van de rijksoverheid wordt voor een finale oplossing van de huidige financiële problematiek, zeker in relatie tot de recent gepubliceerde voorstellen van de staatssecretaris. Hoe D'66 over de kernenergiecentrale op Moerdijk denkt, hebben wij reeds gezegd in de commissie Werken. Op de werkgelegenheid, arbeidsmarkt, wil ik nu niet ingaan. Niet om de zaak te begatallisseren maar wel omdat wij daar in een tweetal vorige beschouwingen zeer nadrukkelijk aandacht aan hebben besteed. Dan stap ik over op de functie Wo nen. In de functionele commissie hebben ons een aantal notities bereikt die een, naar onze mening, duidelijk verfrissend beeld geven van een aantal zaken die ruimtelijke ordening betreffen. Met name de notities daarbij over de relaties met andere secto ren geven blijk dat er bij openbare werken een nieuwe en frisse wind gaat waaien. Bij volkshuisvesting zijn er ontwikkelingen in het vestigingspatroon. De eisen van de woonconsument en de ontwikkelingen in het rijksbeleid zijn processen die we nauwlet tend moeten gadeslaan en zo nodig moeten bijsturen. Wij moeten dan het volgende doen. Er is thans een geweldig ingrijpend pro ces van stadsnieuwing op gang gebracht voor wijken die te ver zijn afgezakt. Beheer moet er voor waken dat wij in grote delen van onze stad tot die situatie zullen vervallen. Op het vergun ningenstelsel komen wij nu niet op terug, want dat kan bij een andere gelegenheid ook. Stadsvernieuwing vinden we buitengewoon belangrijk. Grotere bewegingsvrijheid voor de gemeente bij het in werking treden van de Wet op de stad- en dorpsvernieuwing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 52