23 mei 1985
535
Het spreekt vanzelf dat, als het tijdig aanwezig is, het offi
ciële gespreksverslag op dat moment eveneens onderwerp van de
beraadslagingen kan zijn.
De VOORZITTER
Mag ik voorstellen deze mededeling voor kennisgeving aan te ne
men.
De heer MARTENS
Ter voorbereiding van de commissie werken, wil ik toch graag
bij die notitie het standpunt van Breda en het college van b.
en w. ten aanzien van de kerncentrales zien,zoals het nu onge
veer is verwoord. Ik denk dat we om de brijpot heen draaien als
we niet erkennen dat gedeputeerde staten vandaag in grote meer
derheid besloten hebben geen bezwaar te hebben tegen de kerncen
trale. Ik zou wat dat betreft ook graag het collegestandpunt
willen horen. Daarnaast zou ik eigenlijk voor willen stellen om
de commissie Werken en de commissie Middelen en Milieu te combi
neren, omdat het belangrijke financiële zaken betreft.
De VOORZITTER
Het eerste punt zeggen we graag toe. Deze notitie, de verslagen
van de besprekingen met de standpunten van het college ten aan
zien van het gesprek met de heer Lubbers en de proposities wil
ik graag in de commissie Werken en in de commissie Middelen en
Milieu aan de orde stellen. Ik denk dat het standpunt met be
trekking tot de kerncentrales nog prematuur is. Ik mag dat niet
namens het college toezeggen.
136. BESLUITVORMING NAAR AANLEIDING VAN DE KADERNOTA 1986.
De heer HOFSTé
De kadernota waarover wij vandaag met elkaar praten, is bedoeld
als bouwmateriaal voor de inrichting en opstelling van de begro
ting 1986. Door middel van het preadvies vindt de besluitvor
ming plaats welke van betekenis is voor de begroting. Daarmee
is tevens de budgettaire capaciteit bepaald. Nu is het in hoge
mate afhankelijk van welke wijzigingen zich voordoen tussen nu
en de daadwerkelijke begrotingsbehandeling of en in hoeverre
een bijstelling nodig en mogelijk is. Bij het voor de eerste
maal doorlezen van de nota dringt de vraag zich op of dit het
nu is wat we ervan hebben verwacht. Het geschetste beeld is som
ber en de oplossingen zijn ons inziens niet allen even fraai.
Door middel van deze nota is in beginsel de mogelijkheid voor
de raad aanwezig om in een vroeg stadium invloed op de richting
en de begrotingsinvulling te geven. De marges zijn uiterst ge
ring en daardoor lopen we het risico dat, als er niets gebeurt
en niet kan gebeuren, dit een "katernota" wordt. De nota is
niet louter een boekhoudkundig stuk; het college heeft wel dege
lijk politieke keuzes gemaakt. Er kan eveneens geconstateerd
worden dat het college zich niet heeft laten verleiden tot
inbreuk op het programakkoord. Er zijn keuzes gemaakt en daar