23 MEI 1985
539
De heer Hofsté
Ik heb mijn verhaal nog niet afgemaakt en dan wordt het, denk
ik, een stukje duidelijker. Een stukje misschien, maar dat hoor
ik dan wel. De verhoging van die afschrijving van een f 0,5 mil
joen naar een f 1 miljoen, vinden wij arbitrair. De gegevens
uit de commissie hebben ons niet overtuigd en ik dacht ook ande
ren niet. Met name de relatie die gelegd is met het aantal een
malige uitkeringen gaat naar onze mening niet op, omdat een
groot aantal ontvangers van een eenmalige uitkering niet o.g.b.-
plichtig is. Naar de mening van onze fractie kan het totaalbe
drag in plaats van op f 1 miljoen op f 750.000,worden ge
steld. Dit bedrag kan dan worden verlaagd met f 25.000,zijn
de de lagere afschrijving als gevolg van de verlaging van de
percentages. Het klinkt misschien wel technisch, maar zo is het
wel
De heer BOKKELKAMP
Het berust wel op drijfzand. Ik heb me vandaag eens laten infor
meren en het blijkt gewoon dat er geen enkele correlatie is tus
sen de afschrijving en de hoogte van de o.g.b. Wat dat betreft
is die hele dekking....
De VOORZITTER
Wilt U daar in Uw verhaal op terugkomen? Het gaat anders af van
de tijd van de heer Hofsté.
De heer MARTENS
Het is geen interruptie. Het is misschien ter verduidelijking
in de richting van de heer Bokkelkamp. Dat is nou juist datgeen
waar we regelmatig om gevraagd hebben, nl. de evaluatie van het
afschrijven van de o.g.b., zodat we een duidelijk inzicht krij
gen wat er precies aan de hand is.
De heer HOFSTé
Tot onze verbazing heeft de P.v.d.A.-fractie in de commissie
Middelen voorgesteld de o.g.b. voor de gebruikers nog verder te
willen verhogen dan door het college was voorgesteld.
De heer MARTENS
Dan toch nog een interruptie.
De VOORZITTER
Hij heeft de zin pas half uitgesproken.
De heer MARTENS
Wij hebben maar één termijn als fractie, dus ik moet nu toch
wat corrigeren in die zin
De VOORZITTER
Nee, U zit in de comfortabele positie dat U achter de heer Hof
sté spreekt.