23 MEI 1985
544
MOTIE nr. 2
De raad der gemeente Breda in vergadering bijeen op 23 mei 1985;
overwegende
1. dat in de Kadernota 1986 een bedrag van f 250.000,wordt
voorgesteld uit te trekken om te komen tot een noodzakelijke
verbetering van de huisvestingssituatie van de dienst open
bare werken en de milieudienst;
2. dat naar de mening van het college in de jaren 1987 en 1988
additioneel gelijke bedragen dienen te worden uitgetrokken
om tot concreet realiseerbare plannen te komen;
3. dat een .der overwegingen van het college om dit voorstel te
doen met name is gelegen in het feit dat de vestiging van de
dienstonderdelen op diverse uiteengelegen plaatsen, en daar
mee gepaard gaande kosten, is gesitueerd;
4. dat de onder 3genoemde overweging eveneens van toepassing
is op meerdere diensten en afdelingen van de gemeente Breda;
5. dat met name in het reorganisatieproces met betrekking tot
werken en welzijn van deze op te richten diensten een bij
drage dient te zijn aan een zo efficiënt mogelijke werkwij
ze;
verzoekt het college:
1. een onderzoek te doen plaatsvinden naar de meest wenselijke
vorm van huisvesting van diverse gemeentelijke diensten;
2. het onder 1. bedoelde onderzoek zodanig op te zetten dat,
met medeneming van de consequenties van de huidige huisves
ting van diverse afdelingen en diensten een mogelijke reali
sering van een centraal stadskantoor is begrepen;
3. in het onder 1. en 2. bedoelde onderzoek tevens de mogelijk
heid van huren en leasen te willen meenemen;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De heer BOKKELKAMP
Na het diervriendelijk verhaal van katers en beren van de heer
Hofsté, mijn verhaal. Graag wilde ik mijn betoog in twee delen
uiteen laten vallen, nl. in het eerste deel wil ik een beschou
wing wijden aan het algemeen kader, waarbinnen onze fractie de
Kadernota ziet; in het tweede deel zal ik nader ingaan op de
financiële aspecten van de diverse portefeuilles en het finan
ciële meerjarenperspectief. Naast het opstellen van de begro
ting 1985, de behandeling daarvan, hetgeen nog redelijk vers in
het geheugen ligt, de h.u.g.-operaties, het reorganisatiepro
ces, nu dan de Kadernota. Wederom een extra taak die de raad
het college heeft opgelegd. Het bovenstaande overziende ontko
men we niet aan het idee, dat dit alles een nogal zware belas
ting heeft gevormd voor zowel het college als voor het ambte
lijk apparaat. Want ook het uitvoeren van de normale dagelijkse
taak vraagt op dit moment veel energie; derhalve past het onze