23 MEI 1985 555 De heer SIMONS Het gaat toch alleen op het moment dat ze in een goedkope wo ning wonen. Op het moment dat ze in een dure woning wonen, zijn ze mooi de klos. Dit gebeurt als je net boven de afschrijvings- grens van de inspecteur van belastingen zit. De heer MARTENS Ik geef U daarin voor een gedeelte gelijk. Dat is het hiaat wat in ons voorstel zit, maar Breda kent 2.000 mensen, die in aanmerking komen voor afschrijving o.g.b. Dat zijn dus mensen die met een vrij lage huur en een behoorlijk laag inkomen zit ten. Zij zouden dan naar ons voorstel ook in aanmerking kunnen komen voor die hele afschrijvingsproblematiekVandaar dat we zeggen: pleeg nu dat onderzoek eens. Wij zeggen niet, dat ons voorstel aangenomen moet worden. Wij vragen niet meer en niet minder aan de raad, zoals die hier nu zit, om een onderzoek. Als dat onder tafel geveegd wordt, vind ik dat jammer. Dat is dan de consequentie. De heer SIMONS U praat nu over onder tafel vegen. Ik zeg alleen: noem ook de gaten op die in het voorstel zitten. Ik denk dat dat namelijk de hele essentie van het verhaal is. Er zijn openingen, die niet duidelijk zijn. De heer MARTENS Vandaar dat ik vraag om een onderzoek. Het resultaat daarvan zou in oktober, november duidelijkheid moeten geven. Hoeveel tijd heb ik nog voorzitter? De VOORZITTER U hebt nog drie minuten. De heer MARTENS Een andere zaak, waar de P.v.d.A. erg aan tilt, is de jeugdwerk gelegenheid. In de Kadernota wordt een bezuiniging van 1 ton voorgesteld. Volgens het college kan dit door een doelmatig heidsverhoging, zonder dat enig project daarvan nadeel onder vindt. Bezwaar is, dat de beschikbare gelden toch verminderen en dat er gezocht moet worden naar een oplossing om geld be schikbaar te krijgen. Jeugdwerkloosheid is ook wat dit betreft een item in het programakkoord 1982-1986. Dit is als toppriori teit door de P.v.d.A. aangemerkt en is in ieder geval nog steeds van kracht. Verder nemen wij toch afstand van het argu ment van het college, dat de jeugdwerkloosheid afgenomen is. Het ligt het meest voor de hand dat er iets in de volgende richting gedaan zou moeten worden. Het besluit van het college tot instelling van een werkgelegenheidsfonds isin het voorjaar 1984 gebeurd. De niet uitgegeven gelden plus de rente daarvan blijven beschikbaar voor werkgelegenheidsbevorderende maatrege len. Met dit fonds zijn wij van mening, dat daar de mogelijkhe den liggen om de blijvende knelpunten aan te pakken. Ik kom tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 555