23 MEI 1985
558
c. evaluatie van het afschrijvingsbeleid o.g.b. en de omvang
van het bedrag benodigd voor die o.g.b.-afschrijving.
en gaat over tot de orde van de vergadering.
Het door de heer Martens c.s. ingediende amendement luidt als
volgt
AMENDEMENT nr. 10
Met betrekking tot het voorstel van burgemeester en wethouders
inzake de besluitvorming naar aanleiding van de Kadernota 1986
(bijlage nr. 136).
Ondergetekende(n)
lid (leden) van de raad der gemeente Breda;
gelet op het bepaalde in artikel 30 van de reglement van orde;
stelt de raad voor om te besluiten als volgt:
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders met betrek
king tot de besluitvorming naar aanleiding van de Kadernota
1986 (bijlage nr. 136);
mede gezien het bij genoemd voorstel behorende ontwerp-raadsbe-
sluit en de Kadernota 1986 met bijlagen, alsmede gezien het ten
aanzien van genoemd ontwerp-besluit ingediende amendement en ge
hoord de daarop ter vergadering van de gemeenteraad op 23 mei
1985 bij de behandeling van genoemd voorstel gegeven toelich
ting;
overwegende
dat de voorgenomen verhogingen van de gemeentelijke belastingen
en tarieven zoveel mogelijk beperkt dienen te worden en zo deze
verhoogd moeten worden daarbij het uitgangspunt dient te worden
gehanteerd dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dienen
te dragen;
dat de onroerend-goedbelastingen een gemiddelde lastenspreiding
over de plaatselijke bewoners laten zien overeenkomstig het vo
renbedoelde uitgangspunt;
dat er geen principiële blokkade behoeft te zijn voor het uit
wisselen van de inkomsten verkregen via de onroerend-goedbelas
tingen en de inkomsten die worden verkregen via de reinigings
rechten voor zover de laatst genoemde inkomsten uitstijgen bo
ven het kostenniveau van de reiniging;