23 MEI 1985 562 beleggers naar Breda te trekken om met name de sociale woning bouw nog eens een keer te investeren. We vinden het bovendien een volstrekt oneigenlijk financieringsmiddel. We hebben hier wel eens eerder over de communicerende vaten gesproken. Nu wordt op het moment dat de economische waarde van het onroerend- goed nog daalt, gesproken over lastenverzwaring. Dit komt bij ons uiterst merkwaardig over. Het had natuurlijk direct een bij drage kunnen zijn in het hele woonlastenvraagstukDat is vana vond eerder gememoreerd. Wat nog niet eerder genoemd is in deze vergadering, maar wel door mij eerder is aangehaald, is de vol strekt scheve concurrentiepositie van Breda ten opzichte van de omliggende gemeenten. Dat geldt in gelijke mate, naar onze me ning, voor een aantal van deze factoren. De bouwleges zijn be paald geen stimulans voor de woningbouw in Breda. Breda staat bovendien al aan de top van de gemeenten in Brabant volgens het overzicht wat we ter inzage hebben gekregen. Breda is vergelijk baar met de vier grote gemeenten in Nederland. Wij hebben een aantal oplossingen aangedragen. Wij hebben daarvoor de stukken uiteraard aan U en aan de andere fracties beschikbaar gesteld. Het stoelt in feite op een tweetal zaken. De wensen die we heb ben, zullen betaald moeten worden. In eerste plaats vinden wij de gemeente Breda geen onroerend-goedbeleggerEr is geen pri maire doelstelling van deze gemeenschap. Toch ligt daar een enorm stuk van het gemeentelijke vermogen in vast. Datzelfde vermogen kan op die momenten niet gebruikt worden voor andere doelstellingen. Een ander element in dat verhaal is, zoals het in het onroerend goed zit, dat je door de gevolgde methodiek van historische afschrijving enz., historische kostprijzen, af schrijving boekwaarden, in feite een stuk reserve kweekt. Die reserve maakt wel deel uit van je vermogen, maar is niet zicht baar en kan dus op geen enkele wijze aangewend worden. Wij plei ten derhalve voor de privatisering van de gemeentelijke huisves ting volgens een paar mogelijkheden. Er zit kennelijk in Uw be antwoording op onze vragen ook een geweldig stuk onduidelijk heid. Wij hebben dat genoemd in de sale lease back construc tie. U heeft lease letterlijk als lease overgenomen. Ik heb zo wel een hoofdambtenaar als een van de portefeuillehouders erop gewezen dat dat het Amerikaanse woord voor huur is. Ik ging ook uit van de huursituatiewant lease is op dit moment in het ka der van de gemeentelijke huisvesting volstrekt niet interres- sant. Ik zal U in het kort uitleggen waarom niet. Op de eerste plaats is de reële rente op dit moment veel te hoog en lease gaat uit van het hele rentebedrag plus een vergoeding voor de inflatie op dit moment. U zit dan gauw op percentages van 12 tot 13Ï. Waarom wel huur? Hierom. Er zijn gebouwen, die te ver kopen zijn aan een institutionele belegger. Ik heb er in de toe lichting op de moties twee genoemd, bijvoorbeeld de Beyerd/ Vlaszak en de gerenoveerde panden aan de CatharinastraatEr zijn er in Nederland een aantal die zitten te springen om eer ste klas onroerend goed wat verhuurd kan worden tegen langjari ge huurcontracten. De gemeente huurt dat vervolgens terug en waar zit dan het grote voordeel in van de huur. Dat is heel sim pel. We spreken dan over institutionele belegging met een tijds horizon van bijvoorbeeld 25 of 30 jaar. Dat wil dus zeggen, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 562