23 MEI 1985 570 Niemand zal toch in redelijkheid kunnen zeggen dat de jeugd werkgelegenheid geen gigantisch probleem meer is, en dat de ge meente Breda op dit moment alles heeft gedaan wat mogelijk is. Dat de kinderopvang op dit moment goed geregeld is, is volstrek te onzin. Een zeer groot deel van het werk wordt gedaan door vrijwilligsters, waardoor een belangrijk stuk continuïteit in het werk ontbreekt, en ook feitelijke arbeidsplaatsen nu bezet worden door vrijwilligsters. Verder is bekend dat er nog eens 160 uur betaalde arbeid in deze sector verloren dreigt te gaan per 1 maart 1986. Daarnaast zijn er nog steeds grote wachtlijs ten en zitten we met een dreigende tariefsverhoging per 1 sep tember/augustus 1985. Als dat de wijze is, waarop de zaak struc tureel goed geregeld is, dan weet ik nu wat de intenties van het programakkoord waard zijn. Het op dit moment 100.000 gulden van jeugdwerkgelegenheid en 100.000 gulden van kinderopvang ge bruiken als dekkingsmiddel, achten wij volstrekt onverantwoord. Een punt waar we ook niet aan voorbij kunnen gaan, is de wijze waarop het college, tijdens de voorbereiding van deze nota, is omgegaan met afspraken met buurten. Het gaat dan met name om het stopzetten van voorbereidingen van buurthuizen. Wij vinden het ronduit schandalig dat er zo met afspraken met bewoners wordt omgegaan. De gemaakte afspraken waren zo duidelijk en hard, dat deze niet meer voor onderhandeling vatbaar waren. Jarenlang is er erkend dat de buurthuizen tot de noodzakelijke buurtvoorzieningen behoorden. Door zo om te gaan met bewoners, rent het college als een dolle stier door de porseleinkast. Het is de beste manier om stadsvernieuwingsprocessen te verstoren en de geloofwaardigheid van de gemeente als gesprekspartner te ondermijnen. Als het college zo met de inzet van bewoners omgaat, dan is het terecht dat er een inspraakfunctionarisvacature wordt geschrapt, omdat inspraak op deze manier geen enkele zin heeft. De eerste gevolgen zijn reeds duidelijk geworden. De bewonersvereniging "Rond de Fontein" heeft de samenwerking met de gemeente opgeschort. Eigenlijk zouden we over iedere pagina van de nota wel een verhaal kunnen schrijven, maar gezien de beschikbare tijd, zullen we ons beperken. Het college stelt voor de o.g.b. te verhogen. Opvallend daarbij is dat het gebruikersdeel nog meer wordt verhoogd dan het deel voor de eigenaars. Het verhogen van de woonlasten op dit moment is voor ons volstrekt onbespreekbaar. Eerst wordt er met veel tamtam een verlaging van aangekondigd; het jaar daarop wordt er een bevriezing beloofd, en nu wordt er zonder duidelijke motivatie opnieuw een verhoging toegepast. Dit is een schoolvoorbeeld van duidelijk beleid. Grote vraagtekens zetten wij ook bij een algemene korting van een 1/2%, zeker voor de functies die nu reeds geconfronteerd worden met h.u.g.-knelpunten. Als zij deze knel punten al niet op kunnen lossen, hoe moeten ze dan daarboven nog eens die korting opvangen? Het vooruitschuiven van de af schrijvingen is een zuiver boekhoudtechnisch gebeuren. We moe ten zeker rekening houden met het achteraf inhalen van deze dek king. Ook hebben we grote problemen met de korting op het fonds Stadsvernieuwing, zeker gezien de knelpunten die reeds op lange termijn voorspeld zijn. Wij willen nog even ingaan op de wijze waarop de Kadernota is gepresenteerd. Op geen enkele wijze is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 570