23 MEI 1985 57M maat als het werk, wat wij gedaan hebben vanuit onze politieke overtuiging, met één zin afgedaan wordt. Het wordt eigenlijk on behoorlijk behandeld. Ik heb eens gelezen - ik weet niet pre cies wie dat gezegd heeft maar ik was het er wel mee eens - dat een minderheid natuurlijk rechten heeft, waardoor ze het de meerderheid moeilijk kan maken. Wij opereren hier ook zo. Van uit het college moet daar toch een kwalitatief antwoord op ko men. In onze motie, die ik direct aan U zal geven, hebben wij gezegd en geconstateerd dat het college steeds blijft weigeren om een stukje geschiedschrijving te doen. Daaruit wordt duide lijk waarom we in zo'n precaire situatie zijn gekomen. De ach tergronden hoor je toch op tafel te krijgen. Je moet daar toch een oordeel over kunnen geven. De Kadernota voldoet niet aan de verwachtingen.In de commissies zijn door bepaalde personen en ook buiten de raad grote knelpunten opgevoerd. Deze zijn niet in de nota terug te vinden. Wij willen eigenlijk oplossingen, antwoorden voor grote maatschappelijke problemen hebben. Wij ge ven aan dat we geen lastenverhoging willen. Wij denken dat je in deze situatie, waar veel mensen toch grote problemen hebben, financiële ruimte voor een aantal zaken zal moeten scheppen. Daar geven wij wat mogelijkheden voor, die dan ook in beschou wing kunnen worden genomen. Wij vinden dat absolute voorrang moet worden gegeven aan de superprioriteiten. U heeft die ge noemd in het programakkoord. Wij vinden dat die niet op niveau zijn gebracht. Daarin geven wij vooral veel voorrang aan het op lossen van de hoge woonlasten en de problematiek van de minima met afschrijvingsbeleid en de jeugdwerkgelegenheid. Die motie dienen wij hierbij in. De door de heer Crul c.s. ingediende motie luidt als volgt: MOTIE 22 De gemeenteraad van Breda, in vergadering bijeen op donderdag 23 mei 1985, behandelend de kadernota 1980. Overwegende 1. dat de Kadernota volgens de gehele raad (inclusief het colle ge) niet aan de gestelde verwachtingen voldoet. 2. dat een oordeel over de achtergronden en de oorzaken van de huidige precaire gemeentelijke financiële situatie ontbreekt. 3. dat het college bij monde van de wethouder Wonen heeft ge steld, dat de werkelijke financiële knelpunten op de korte en lange termijn niet in de Kadernota zijn opgenomen. M. dat voor het oplossen van de grote maatschappelijke proble men een vernieuwend en geen consoliderend beleid noodzake lijk is. spreekt als haar mening uit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 574