23 MEI 1985 575 5. dat i.v.m. het vorenstaande de Kadernota moet worden inge trokken. 6. dat een oordeel gegeven hoort te worden over de oorzaken en de achtergronden van de precaire gemeentelijke financiële si tuatie. verzoekt het college verder bij het opstellen van de begroting 1985 en de volgende jaren van het volgende uit te gaan: 7. geen lastenverhoging voor de burgers; 8. nieuwe financiële ruimte te scheppen door 8.1. verhoging van de doelmatigheid in de gemeentelijke orga nisatie en de te subsidiëren instellingen, een en ander zonder de werkgelegenheid aan te tasten; 8.2. financiële acties door te voeren zoals bijvoorbeeld in zet van rentes, verschuiving van afschrijvingen e.d., rekening houdend met de effecten op de korte en lange termijn 9. middelen beschikbaar te stellen t.b.v. het uitvoeren van de activiteiten uit het programakkoord welke nog niet op het noodzakelijke niveau zijn gebracht t.w.: stadsvernieuwing, jeugdwerkgelegenheid, milieuzorg, volwasseneducatie (alfabe tisering), kinderopvang, emancipatie-facetbeleid en woonlas ten. 10. middelen beschikbaar te stellen t.b.v. het oplossen van de schuldenproblematiek en het afschrijvingsbeleid voor de mi nima en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer SCHARFF Bij de behandeling van deze eerste Kadernota is zowel door alle fracties als door het college vastgesteld, dat de nota in feite niet voldoet aan de door de raad geuite wens om het beleid met betrekking tot de begroting in een vroeg stadium op hoofdlijnen te kunnen beïnvloeden. Dat is méér dan alleen maar "jammer". Het betekent dat het college het niet heeft aangedurfd de raad met echte keuzen te confronteren. Immers, het college stelt dat, rekening houdend met zaken zoals het programakkoord en de dreigende risico's, er eenvoudigweg geen ruimte zou zijn om al ternatieven aan de raad te presenteren. Echter, als je de Kader nota doorleest, kom je al snel tot de conclusie, dat het wemelt van de poltieke afwegingen, die binnen het college hebben plaatsgevonden. En dat - het maken van politieke afwegingen - was nu juist wat de raad zelf had willen doen. In die zin kan het college een gebrek aan politieke moed verweten worden. Als het college verder tot de conclusie komt op pagina 2, dat in de huidige situatie een consoliderend beleid noodzakelijk is, dan tekent dit eens te meer de onmacht van dit college om boven het niveau van, wat je zou kunnen noemen, "pappen en nathouden" uit te stijgen. Immers, de onderliggende gedachte als zouden de ech te basisvoorzieningen op een minimaal wenselijk en noodzakelijk peil liggen, wordt niet onderbouwd; sterker nog, het inleveren van f 80.000,-- op de post buurthuizen toont, als voorbeeld,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 575