23 MEI 1985
589
De heer SCHARFF
Ik maak geen stampij. Ik constateer dat de amendementen die wij
hebben ingediend over relatief geringe bedragen gaan. We praten
hier wel over ongeveer 10 x het bedrag. Ik vind toch dat er een
gevaar in zit.
De heer SIMONS
Betekent dat dat de P.P.R. tegen de motie gaat stemmen?
De VOORZITTER
Dat merken we straks wel.
De heer SIMONS
Ik kan het toch vragen?
De VOORZITTER
Mag ik namens het college U kort antwoorden? Onze eerste reac
tie op de motie zoals ze is ingediend, is ingegeven door het
feit dat, wat U wel wilt aannemen maar nauwelijks kunt besef
fen, de arbeid en de tijd die het college en de topambtenaren
maandenlang nodig gehad hebben om tot dit verhaal te komen. Er
is alom gezegd: het is toch niet de kadernota die wij verwacht
hadden. Daar zijn we het volstrekt mee eens. De feitelijke om
standigheden brengen met zich mee dat we niet meer konden produ
ceren dan datgene wat thans op tafel ligt. Dit is ingegeven
door het feit dat wij, terugkijkende naar de arbeid die ver
richt is, hebben gezegd: niemand is tot het onmogelijke gehou
den; dit college ook niet. Het reglement van orde schrijft voor
dat we in de eerstkomende vergadering U meedelen wat we met aan
genomen moties doen. Ik denk dat we eerlijk tegenover elkaar
moeten zijn. Daarom hebben wij onmiddellijk na intern beraad
tegen U gezegd, ook om de discussie in de volgende vergadering
te voorkomen, dat wij ons niet in staat achten om de motie uit
te voeren. Deze stelling handhaaf ik, ook namens het college,
op dit moment. Ik wil er ook op wijzen dat natuurlijk door de
aanvaarding van de motie, het opmaken van de begroting, waartoe
de hoofden van diensten zijn aangezet om per 31 mei aanstaande
de cijfers aan te reiken, vreselijk bemoeilijkt. Het is nodig
dat wij vanavond tot een uitspraak komen. Als deze motie aan
vaard wordt dan wijs ik U op het volgende. De eerlijkheid ge
biedt te zeggen dat we die motie dan voor kennisgeving zullen
aannemen, maar er verder geen uitvoering aan kunnen geven. Het
is geen kwestie van niet willen of van onze zin doordrijven. Ik
heb een beetje het vermoeden dat de raad denkt: kadernota wil
zeggen: de raad kan vroegtijdig het beleid beïnvloeden. Dat zou
het ook moeten zijn als we de ruimte hadden. Alternatieven moet
men kunnen bespreken. Ook dat is niet mogelijk gebleken. U
heeft zelf gezegd: waar zijn de alternatieven?
De heer SIMONS
Betekent dat nu dat U zegt: we zitten hier in feite onze tijd
te verdoen want de ambtenaren zijn al bezig en er is geen tijd
meer voor alternatieven, dus slikken of stikken?