17 JANUARI 1985
58
Mocht dit niet het geval zijn, kunt U dan toezeggen dat dit als
nog op zeer korte termijn, veel tijd heeft U niet meer tot fe
bruari, gebeurt? Verder zijn er nog problemen bij de
brandweer. Tot onze verbazing lazen wij in de krant dat er een
vergadering niet door kon gaan omdat de burgemeester zijn
stukken niet op tijd binnen had. Wij vragen ons af, of een
dergelijk besluit, zeker bij dermate gevoelige zaken, slim is.
Ondertussen heeft U de stukken wel binnen en zijn er gesprekken
geweest, kunt U ons verder inlichten over de ontwikkelingen?
Een ander punt is de afdeling voorlichting en inspraak. Nog
steeds is er, voor zover ik weet, geen duidelijkheid rondom de
nieuwe chef van deze afdeling. De heer Buizing is nu al geruime
tijd weg, wanneer kan een benoeming verwacht worden? Verder
wachten wij met spanning op het inspraak-jaarprogrammaTijdens
de commissievergadering heeft U gezegd dat het moeilijk was om
een dergelijk programma op te stellen. Toch willen wij er met
nadruk op wijzen dat via de inspraak de betrokkenheid van de
bevolking bij het bestuur vergroot kan worden. Een inspraak
jaarprogramma kan een goed handvat zijn. Voorwaarde is wel dat
er met de inbreng tijdens de inspraak ook wat wordt gedaan, en
aan dat laatste schort het nogal. Wij kunnen tenminste meestal
weinig van de inspraakresultaten terugvinden in de uiteinde
lijke voorstellen. Op het moment dat mensen die de moeite nemen
om met inspraakactiviteiten mee te doen, steeds de kous op de
kop krijgen, wordt de motivatie al snel minimaal en gaan ze hun
tijd aan andere zaken besteden. Ik wil er dan ook op aandringen
dat in de commissie Algemene Zaken regelmatig verslag wordt ge
daan van de gehouden inspraak-activiteiten en van de resultaten
daarvan. Ik bedoel dan, informatie over de deelname, de inbreng
en de verwerking van die resultaten. Dit is de enige wijze,
waarop de raad het beleid rondom inspraak kan controleren en
bijsturen. Ik verwacht hierop dan ook een reactie van de burge
meester. Kort ook nog even over de politienota. Gelukkig is de
passage over het verplicht afkicken geschrapt, maar of dat nu
ook betekent dat het hoofd van de politie hier nu anders over
denkt, is me niet duidelijk geworden. Is het zo, dat het hoofd
van de politie nu tegen verplicht afkicken is en zijn beleid
aansluit op de nota, zoals deze door de raad is aangenomen en
waarvan wij aannemen dat de voorzitter van de raad deze ook
uitvoert, of bestaat er nog verschil van mening tussen de voor
zitter van de raad en het hoofd van de politie in deze? Aardig
zou het ook zijn om te weten hoe het eerste kamerlid Feij over
deze materie denkt. Een ander punt uit de nota, waar wij ons
zorgen over maken, is het grote accent dat ligt op de bestrij
ding van de kleine criminaliteit. Op zich is het terecht dat
hier veel aandacht aan geschonken wordt. Je kunt niet om het
feit heen dat van deze vorm van criminaliteit de bevolking het
meeste hinder ondervindt. Toch proef ik uit de nota dat de
extra inzet weieens ten koste zou kunnen gaan van de aanpak van
de grote fraudezaken. Ook hier worden we steeds vaker mee
geconfronteerd. Het mag niet zo zijn dat de miljoenen die op
deze wijze achterover gedrukt worden niet de aandacht krijgen
die eraan gegeven zou moeten worden. De zogenaamde witteboor
dencriminaliteit verdient minstens evenveel aandacht. Het