17 JANUARI 1985
59
rechtsgevoel van velen zou anders in geding komen. Kort zijn
wij tijdens de commissievergadering ingegaan op de mogelijkheid
voor politieambtenaren om hun bezwaren tegen bepaalde taken
kenbaar te maken. Als voorbeeld hebben wij toen de inzet van de
ME bij woensdrecht aangekaart. Toen is gesteld dat er ruimte
was om, als het probleem zich voor zou doen, rekening te houden
met die bezwaren. Een punt wat echter niet is besproken, is de
ruimte die er is om die bezwaren ook te uiten. Regelmatig hoor
en lees je dat politie-ambtenaren die dergelijke bezwaren naar
voren hebben gebracht, niet of nauwelijks nog in het korps
kunnen functioneren. Ze worden weggepest. Bent U bereid om te
bestuderen of er mogelijkheden zijn om het uiten van bezwaren
ook echt, zonder verdere gevolgen, plaats te laten vinden?
Tenslotte, voor wat deze commissie betreft nog over het stem
recht voor buitenlanders. Via het stellen van schriftelijke
vragen hebben wij deze problematiek reeds bij U aangekaart.
Volgens de nieuwe richtlijnen krijgen buitenlanders pas kies
recht als zij vijf jaar ononderbroken in Nederland hebben
gewoond. Wij vinden deze eis ronduit discriminerend. Op deze
wijze wordt er opnieuw onderscheid gemaakt tussen Nederlanders
en buitenlanders en tussen buitenlanders onderling. Het feit
dat men staat ingeschreven in het bevolkingsregister moet
voldoende zijn. Dit voorkomt veel onnodige ergernis en contro
le. Via een motie doen wij nogmaals een beroep op U om er bij
de minister op aan te dringen deze eis te laten vervallen en
zijn onjuiste beslissing recht te zetten.
Dan stap ik nu over naar de commissie Middelen en Milieu.
In mijn inleiding heb ik reeds het een en ander gezegd over de
starre vasthoudendheid waarmee de sluitende begroting als afgod
wordt vereerd, tevens heb ik toen twee moties ingediend. Op de
ze zaken kom ik nu dus niet meer terug. Met name wil ik het heb
ben over de risico's van de gemeente. Samen met de P.P.R. en de
fractie P/C hebben wij eens een aantal dingen op een rijtje ge
zet. Voor de bespreking hebben we de stukken even opgesplitst.
Maarten zal direct ingaan op de controlerende taak van de raad,
en Luce zal het met name hebben over de kwaliteit van het be
stuur. De bespreking van deze zaken, met daaraan gekoppeld iets
over de diverse risico's zal uitmonden in een gezamelijke motie
van de drie oppositiefracties, waarin om een onderzoek wordt ge
vraagd. Ik zal met name ingaan op de politieke macht in Breda.
In de inleiding ben ik daar al kort over begonnen. Het functio
neren van de raad kan niet los gezien worden van het ontstaan
van de risico's. Het is een ieder bekend dat het C.D.A. in de
Bredase politiek een sleutelpositie inneemt. Jarenlang is zij
reeds de grootste fractie en levert zij het grootste deel van
de wethouders, of tenminste evenveel als de andere, aan het col
lege deelnemende fracties. Echter door het feit dat, tot voor
kort, ook de burgemeester iemand uit het C.D.A. was, was zij
dus altijd sterk in het college vertegenwoordigd. Op zich zou
je niet zoveel moeite hoeven te hebben met deze dominerende
rol, als de voorstellen van anderen maar beargumenteerd afgewe
zen werden, helaas is dit niet het geval. De fractie is sterk
in het kritiekloos volgen van het college en blinkt uit door ge
brek aan eigen standpunten. Op zich zou het disfunctioneren van