23 MEI 1985 600 De heer HOFSTé Als U nu laat weten hoe de stemming is binnen het college is dat toch van een andere orde dan wanneer het bij de stemming naar voren komt. Dan is het in feite achteraf. Nu is het dui delijk hoe het college er over denkt. De VOORZITTER Nee, ik denk dat U het recht hebt om te weten wat het college denkt. Het college besluit en U krijgt het standpunt van het college. Hoe het tot stand is gekomen, blijkt dan bij de stem ming. Het blijft echter het standpunt van het college, niet van de meerderheid. De heer MARTENS Voor de duidelijkheid de volgende vraag. Als er gesproken wordt over het college, is dat dan de meerderheid? De VOORZITTER Dat is altijd de meerderheid. Dat zal straks blijken. De heer SCHARFF Het is een goed gebruik, voor zover ik het weet, dat het altijd duidelijk vermeld wordt als het college bij meerderheid en niet unaniem een besluit neemt. Ik denk dat we als raad recht hebben om dat, voor de moties in stemming gebracht worden, te weten. De VOORZITTER Het zal straks volstrekt duidelijk zijn. De leden van het col lege moeten dan bij iedere motie even nakijken hoe dat lag. Ik stel toch voor dat we het verzoek van de heer Scharff afwijzen. Het wordt U straks allen duidelijk. De heer SIMONS Ik krijg toch het gevoel dat we hier proberen om de zaak in een snel tempo af te handelen. Het gaat hier toch om een te be langrijke zaak. Die kan toch niet binnen een half uurtje wegge werkt worden. De VOORZITTER Nee, dat proberen we niet. Het lijkt me weinig zinvol om nu pre cies te zeggen met hoeveel meerderheid een standpunt in het col lege tot stand is gekomen. Het college antwoordt naar de raad toe. De heer SIMONS In Uw brief van 22 mei zegt U zelf dat het tijdens de raadsbe- handeling duidelijk zal worden, niet bij de stemming maar bij de behandeling. De VOORZITTER Dat hoort tot de behandeling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 600