23 MEI 1985 612 Wethouder RÖMKENS Ik wil niet met de heer Bokkelkamp in discussie gaan over het moment waarop. In ieder geval ben ik er van overtuigd dat ik het gemeld heb. Ik heb er ook bij gezegd: en de reden is met name omdat, en dat is exact dezelfde formulering die de heer Welschen gebruikt voor de Woonruimtewetten aanzien van het hele milieu-educatief gebeuren zijn er mensen aangesteld en zijn er verplichtingen aangegaan. Het enige wat nog moet gebeu ren, is de realisering van de bouw. Daar zijn nog bezuinigings mogelijkheden voor. Dat antwoord wil ik nu ook nog eens een keer herhalen. Overigens kan uiteraard ieder lid van de raad en elke fractie uiteindelijk de voorstellen van het college beoor delen tegen de achtergrond die men zelf daar aan toe wil ken nen. Ten aanzien van het onderzoek naar g.s.d. en bibliotheek het volgende. Collega Van Asseldonk zal op de bibliotheek nog ingaan. Ten aanzien van de onderzoeksmogelijkheden heb ik ook in de commissie gezegd: het gaat hier niet om beperking van dienstverlening in zijn algemeenheid, maar juist om een stuk efficiency met handhaving van de primaire taak van de sociale dienst. Ik moet zeggen dat, en dan geef ik ook een antwoord op het amendement of motie van die strekking het onderzoek al in belangrijke mate is afgerond. Om die reden ontraad ik U dus de motie. De heer HENDRICKS Ik begrijp dat niet. De kadernota is van februari. We leven nu in mei. Ik neem aan dat U pas met onderzoeken gaat starten na dat U daar toestemming vanuit de raad voor gekregen heeft. U legt het ons nu in de besluitvorming integraal voor om die toe stemming te verlenen en U zegt dat het onderzoek is afgerond. Nou, deel dan ook even de uitkomst mee. Het lijkt mij geen juis te gang van zaken. Wethouder RÖMKENS Nee, ik zei nagenoeg afgerond. Ik kan U dus de uitkomst daarvan niet mededelen. Het college heeft inderdaad besloten om een aan tal zaken in onderzoek te nemen op grond van haar eigen bevoegd heid om een zorgvuldig financieel beheer te voeren. Daar is dit er één van. Ik dacht niet dat dat afhankelijk was van de instem ming van de raad. Ik neem aan dat de raad bij voortduring van het college verwacht dat wij zeer zorgvuldig zijn ten aanzien van het zo efficiënt mogelijk werken. De heer SIMONS Er is toch een essentieel verschil of U zegt: wij stellen voor om hier een onderzoek naar te doen en vragen de raad daar een uitspraak over te doen of als U zegt: wij hebben in een ver gaand stadium daar een onderzoek naar gedaan en bent U benieuwd naar de uitslag ja of nee? Dat is in feite wat er op dit moment gebeurt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 612