23 MEI 1985 613 Wethouder RÖMKENS Ik zie met belangstelling een amendement tegemoet dat het colle ge te voortvarend is geweest met het doen van onderzoeken. Ik heb dat ook De heer SIMONS Ik denk dat het college geen juiste formulering gebruikt in de kadernota Wethouder RÖMKENS Ik ga daar verder niet op in. In de richting van de heer Simons het volgende. Hij zegt: er is geen extra geld voor kinderop vang, voor milieu, voor emancipaitie en voor de minima. De kin deropvang is onvoldoende. Ik kan daar lang en kort over praten. Het college is van mening dat de kinderopvang, zoals ze door de raad is vastgesteld in deze raadsperiode, volledig is afgerond. Als hij dat onvoldoende vindt, is dat zijn goed recht. Tegen de achtergrond van alle problemen die wij hebben met de financiële mogelijkheden in deze periode, heeft het col lege, met name op het gebied van kinderopvang, een van de hoog ste prioriteiten gegeven. Op dit ogenblik betekent dat enkele miljoenen die wij in Breda aan kinderopvang besteden. Wij zijn van mening dat wij daarmee recht hebben gedaan aan datgene wat in het programakkoord is vastgesteld. Zowel de heren Hendricks, Scharff en Hofsté hebben gesproken over het gebruik van chemi sche middelen. De meerderheid van het college is van mening dat, tegen de achtergrond van de financiële mogelijkheden die er zijn, het toepassen van het gebruik van chemische bestrij dingsmiddelen tot het wettelijk toegestane niveau als verant woord moet worden beschouwd. Daarmee heb ik ook een antwoord gegeven op motie 1c van het C.D.A., namelijk: de meerderheid van het college ervaart de motie als een feitelijke nieuwe aan slag op de financiële capaciteit. Datzelfde geldt eigenlijk au tomatisch voor het amendement van de P.P.R. met dezelfde strek king. Het is een amendement. Formeel is het zo dat er geen dek king is voor het amendement. Over het amendement ten aanzien van de aanvaardbaarheid van onderzoeken van D'66 heb ik al ge sproken. Daar gaat de heer Van Asseldonk voor wat betreft het bibliotheekwerk ook nog op in. Ten aanzien van amendement 16 van de P.P.R.het facetbeleid minderheden, kan ik het volgende meedelen. Het college heeft bij de uitgifte van de begrotings richtlijnen 1986 uitdrukkelijk en expliciet wederom laten opne men, dat voor minderheden en emancipatie het facetbeleid in de financiële begrotingsopzet tot uitdrukking moet komen. Tevens zal ook de voortgangsrapportage, zoals toegezegd, nog voor de begrotingsbehandeling in de raad aan de orde gesteld worden. Wat dat betreft voldoen wij daarmee aan het amendement. Ten aan zien van het gehandicaptenbeleid weet U dat er een raamnota is. Daaruit volgt een bestuurlijke opdracht. Die zal ervan uit gaan, dat binnen de diverse functies het gehandicaptenbeleid aandacht moet krijgen. Ik moet er volledigheidshalve echter bij zeggen, dat de financiële vertaling van een en ander mogelijk een getemporiseerde aanpak tot gevolg zal hebben. Daarover moet nog een definitieve besluitvorming plaatsvinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 613