23 MEI 1985 621 terug. De heren Simons en Scharff hebben gesproken over het ver vallen van de formatieplaats van de inspraakfunctionaris. De si tuatie is op dit moment dat we, naast de formatieplaats bij openbare werken en bij voorlichting en inspraak, nog anderhalve formatieplaats hebben voor inspraak. Een halve formatieplaats is ingezet voor de uitvoering van het beleidsplan Hoge Vucht. De resterende formatieplaats dient ter coaching, begeleiding en activering van de diensten in het kader van de advisering in de richting van het college. Het is natuurlijk zo dat door het ver vallen van die formatieplaats de hulp naar de diensten toe nog meer onder druk komt te staan. Op de vraag of de inspraak-jaar programma's in de problemen komen, moet ik zeggen dat dat het geval is. Ook zonder dat die formatieplaats vervallen zou zijn, moet ik U zeggen dat de jaarprogramma's niet van de grond ko men. Het is te uitvoerig om argumenten aan te geven waarom dat het geval is. We waren al voornemens om in de commissie Algeme ne Zaken van juli daar uitvoerig over te praten en met alterna tieven te komen die wellicht moeten leiden tot een wijziging van de inspraakprogramma's. Ik geef daar een voorzet voor. Wij moeten meer gaan denken aan kwartaalprogramma's dan aan jaar programma's. Zonder die formatieplaats lukt het ons gewoon niet om die jaarprogramma's van de grond te krijgen. De heer SCHARFF Zonder invulling van die uitbreidingsvacature zal het natuur lijk, onafhankelijk van wat U nu zegt, sowieso al moeilijker zijn om wat dan ook te realiseren. De motivering dat het met die plaats erbij ook al niet helemaal zou lukken, vind ik niet zo'n erg sterke in dat verband. De VOORZITTER Nee, dat zou met de plaats erbij toch naar een andere systema tiek moeten komen. We hebben één formatieplaats bij openbare werken, maar we zouden ook andere diensten wat hulp willen verlenen. Die relatie komt daardoor juist meer onder druk te staan dan we eigenlijk graag zouden willen. Helaas is het niet anders. Ten aanzien van de amendementen en de moties zou ik nog namens het college het volgende willen zeggen. Amendement 3 ver zoekt ons in te stemmen met de toevoeging aan de lijst van de te onderzoeken mogelijkheden tot dekking van het miljoen, de be ëindiging van het experiment met de commissieleden-niet raadsle den. Ik moet U zeggen dat het college vindt dat dat niet juist is. Op de eerste plaats wordt daarmee het programakkoord geweld aangedaan. Anderzijds ook dat De heer BOKKELKAMP Het programakkoord wordt geen geweld aangedaan, want in het pro gramakkoord staat expliciet aangegeven dat het eerste experi ment twee jaar was. Daarna zijn er geen expliciete beslissingen meer genomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 621