23 MEI 1985 630 De heer HENDRICKS Ik wil ook een stemverklaring doen. Ik moet U zeggen dat met na me de hele gang van zaken rondom motie nummer 23 ons buitenge woon teleurgesteld heeft. Het betekent ook dat er van de feite lijke invloed van de raad op het hele gebeuren geen sprake is. Partieel voor of tegen de nota kunnen we niet zijn. Derhalve zullen we tegen de kadernota stemmen met de grootst mogelijke spijt in ons hart, want wij zijn de eerste fractie in deze raad geweest die erom gevraagd heeft. De heer HOFSTé Dat novum mag de heer Hendricks hebben. Het laat eerder een ka ter na dan dat het tot optimisme strekt. Ik wil nadrukkelijk nog eens zeggen dat waar het om gaat is dat we met z'n allen die verantwoordelijkheid moeten dragen. Als wij de steun aan mo ties onthouden, dan hebben we dat gedaan na uitvoerig overleg en beraad. Als we instemmen met het voorstel dan doen we dat vanuit ook diezelfde verantwoordelijkheid, omdat de gemeente be stuurd moet worden. De heer TAKS Uiteraard stemt de V.V.D.-fractie voor het voorstel, wel met de kanttekening dat wij toch teleurgesteld zijn. De kadernota be oogde de raad meer invloed te geven op de voorbereiding van de begroting. Als de raad die verantwoordelijkheid wil nemen, is het college kennelijk niet erg enthousiast daarover. Ik vind de gang van zaken rond motie 23 een laakbare gang van zaken. Ik be treur de houding van het college. Het lijkt erop dat het colle ge een karikatuur maakt van de intenties die aanvankelijk zo mooi waren. Ik hoop dat het volgend jaar beter gaat. Akkoord, met de aantekening dat de heer De Hoogh van de P.v.d.A. en de aanwezige leden van de fracties D'66, P.S.P., P.P.R. en P/C geacht willen worden te hebben tegengestemd. De VOORZITTER Aan het einde van deze vergadering kan ik met U constateren dat de aanvankelijke opzet om te komen tot een financiële kadernota die ruimte zou bieden voor tijdige inspraak van Uw raad bij de opzet van een nieuwe begroting door toch verklaarbare en ook verdedigbare redenen niet datgene is geworden wat U er van ver wacht hebt. Ik ben dat met de sprekers eens. Het college be treurt dat ook in hoge mate, maar zal toch nog eens uitdrukke lijk willen zeggen dat het zeker niet de bedoeling is dat wij de raad niet de gelegenheid zouden willen bieden de inspraak en de gelegenheid tot het stellen van alternatieven te geven. De gang van zaken, de ongelukkige samenloop van een financiële ka dernota in een tijd van laag-conjunctuurbrengt met zich mee dat de eerste financiële kadernota op een hoogst ongelukkig mo ment is ingediend en daarom ook niet helemaal voldoet. Wij ge ven dat graag toe. Ook wij hadden andere verwachtingen. We ho pen met U dat het een volgende keer beter zal gaan. Ik wens U ondanks alles plezierige pinksterdagen toe.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 630