13 JUNI 1985
639
3. dat daarom niet ingezien kan worden, dat de door de
stichting gewenste formulering in de statuten op voorhand
reeds onvoldoende garanties zou bieden voor een slagvaardig
optreden van het I.B.V.;
besluit
in het dictum van het ontwerp-raadsbesluit de tekst van het
besluit onder 7 te schrappen en besluit 8 te hernummeren tot 7.
en gaat over tot de orde van de vergadering.
Mevrouw PAULUSSEN
De samenwerking en de integratie is al door diverse sprekers
aan de orde gesteld. Wij wachten graag het antwoord daarover
af. Ten aanzien van het amendement dat de heer Scharff inge
diend heeft over de medezeggenschap ben ik van mening, dat we
ook heel duidelijk zouden moeten kijken naar en mogelijkheden
moeten bieden om instellingen en groeperingen te laten experi
menteren met verregaande vormen van medezeggenschap en in
spraak. We moeten dat niet alleen regelen vanuit één bepaalde
vorm of wijze hoe organisaties, groeperingen en instellingen
met medezeggenschap zullen omgaan. Inmiddels is het jaarverslag
1984 van het I.B.V. verschenen. Hierin staat een lezing van de
toetsingscriteria, die het I.B.V. hanteert ten aanzien van het
kritisch kijken op welk moment zij gaan bemiddelen. Een aantal
criteria spreekt ons heel sterk aan, met name als je op het
snijvlak komt van betaald en onbetaald werk, op welke momenten
vrijwilligers ingezet worden, waarvoor vrijwilligers gebruikt
worden in een tijd dat er bezuinigingen zijn, etc. Dat is een
heel belangrijke zaak. In het jaarverslag hebben we kunnen le
zen dat het I.B.V. daar heel kritisch mee omgaat. Tot slot over
punt 4 het volgende. Er is mij iets niet helemaal duidelijk. Ik
ben niet in de commissievergadering geweest en ik weet dus niet
of dat daar uitgebreid aan de orde is geweest. Het gaat over de
financiële situatie na 1986, die ook al door diverse mensen is
aangestipt. Wat bepalen we nu exact met punt 4? Hoe verhoudt
zich nu het I.B.V. en de mogelijke wetswijziging met betrekking
tot artikel 36 van de W.W.V.?
Wethouder SANDBERG
Aangezien het door nagenoeg alle sprekers in de raad ten tonele
is gevoerd, zou ik graag willen beginnen met nog iets te zeggen
over het woord integratie, zoals dat twee jaar geleden in novem
ber 1982, door de raad verwoord is. Welke gedachten zaten er
toen achter en hoe is het in de praktijk uitgewerkt? We hebben
in 1982 met elkaar afgesproken dat we die B.V. op zouden star
ten. Op dat moment was niet bekend, dat 't GIST zou ontstaan.
We moeten er wel voor zorgdragen, dat al die instituten elkaar
niet gaan overlappen en dat er geïntegreerd wordt. Wat later is
ook 't GIST van start gegaan. Ik kan dan meteen de heer Martens
antwoorden. Op het moment dat het raadsbesluit werd genomen,