13 JUNI 1985 661 zijn zeer verschillend. Ik noem U: de vereniging centraal wo nen, de vereniging anders wonen voor ouderen, de stichting Bas tion; als vertegenwoordigers van grotere groepen. Ik noem U ook: 3 verpleegsters, die zich bij de S.W.B. melden, 2 gezinnen en 2 alleenstaanden die woonruimte willen hebben en de vele, vele anderen, die op enigerlei wijze als groepen gesubsidieerde woonruimte vragen. Het toenemen van het aantal groepen, die zich in Breda op de woningmarkt melden, maakt een regeling nood zakelijk. De groepen hebben recht op duidelijkheid en op objec tieve toetsing aan normen. De vraag is alleen of er in een keer een zodanig systeem ontworpen kan worden, dat alle mogelijke vragen in de toekomst ondervangen kunnen worden. Ik denk dat dat niet het geval is. U moet het voorliggende voorstel dan ook zien als een eerste stap om tot regelgeving ten aanzien van groepen te komen. Vrijwel alle fracties hebben dit onderkend en steunen dit voorstel. Het mag de fracties duidelijk zijn, dat wij de normen zo goed en zoveel mogelijk zullen hanteren. Nadat er 1 jaar ervaring is opgedaan, zal ik naar de raad terugko men. De P.S.P. heeft grote moeite met dit voorstel. De heer Si mons stelt, dat wij groepen discrimineren ten opzichte van ande re huishoudens. Ik wijs dat absoluut van de hand. Ik kan er be grip voor hebben, dat de heer Simons bij een aantal onderdelen de regels anders had willen zien, maar ook wij zijn net als de P.S.P. van mening, dat groepen dezelfde regels dienen te hebben als andere huishoudens. Het zijn der mate grote problemen die ons ervan weerhouden de voorstellen van de heer Simons te vol gen. In feite vraagt de heer Simons geen objectieve, duidelijke normen vooraf, maar een individuele behandeling van elke groep die zich aanmeldt. Ik ben bang dat er dan teveel willekeur in het systeem komt. Ik geef er de voorkeur aan om nu objectieve normen vast te stellen en deze zonodig bij te stellen, wanneer blijkt dat zij in de praktijk voor een aantal groepen onrecht vaardig uitwerken. Mevrouw Van Bergen heeft nogmaals benadrukt, dat haar fractie deze regels ziet als een premie op het kraken. Ik zal het met de V.V.D. wel nooit eens worden over de benadering van het kraken. Ik handhaaf wat ik al eerder gezegd heb: wij geven geen premie op het kraken. Wij verwachten ook geen problemen om het kraakregime te koppelen aan het objectie ve woningtoewijzingssysteem, mede omdat Breda wat het kraken betreft in een achterstandspositie zit. In Breda komen in verge lijking met andere steden van gelijke grootte vrijwel geen kra kers voor. De P.P.R. heeft tenslotte duidelijkheid gevraagd over de toewijzing van eengezinswoningen aan een groep van 3 of meer volwassenen. De heer Scharff kent mijn aanvankelijke aarze ling op dit punt en hij heeft kennis genomen van de tegenstrij digheid, die eerst in het voorstel stond. Te zijner geruststel ling heb ik het voorstel laten wijzigen, zodanig dat er geen on duidelijkheid meer inzit. Een groep van 3 of 4 volwassenen kan een eengezinswoning toegewezen krijgen. Wanneer blijkt dat er in het komend jaar onrechtvaardige situaties voorkomen, zal dit in de raad teruggekoppeld worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 661