27 JUNI 1985 682 t beginnen. Ik vind dat dat op een gegeven moment nog wat onderbe- n licht blijft in het hele stuk. Het is: hoe zorgen we dat er geen nieuwe verloedering ontstaat? Dan komen we weer bij de n beheersstructuur en vervolgens bij hetgeen ik al eerder genoemd 1 heb, het samenwerkingsverband. Daar waar die verloedering is in- n getreden, moeten we proberen met zoveel mogelijk hulp van de o stadsvernieuwingsinstrumenten handelend op te treden. De instru- s menten die ons door het rijk gegeven zijn, wat ze dan ook mo- t gen voorstellen, kunnen in ieder geval het handvat zijn om op e een gegeven moment, daar waar het fout is gegaan, adequaat in n te grijpen. We moeten natuurlijk wel op gaan passen, dat als er ergens verloedering optreedt, we dan niet prompt zeggen: kunnen s daar woningen in? Kunnen er geen woningen in, jammer, dan gaan n ze plat. Wij vinden dat een bijzonder eenvoudige k redeneerwijze. Een multi-functionele binnenstad kent zoveel verschillende functies, dat op alle manieren geprobeerd moet worden met name die panden en gebieden die historisch waardevol zijn te behouden. Iedereen kan ons daarop aanvallen. Wat is n historisch waardevol? Het staat niet op de monumentenlijst en n behoort niet tot het beschermd stadsgezicht maar het is een kenmerk geworden in de Bredase binnenstad. Pas dan kunnen we de r afweging maken of we van hetgeen wat nog over is van de historie, ook nog tegen de vlakte donderen. Wij zijn dan ook van mening dat het "Oude Vrouwenhuis" in de binnenstad, dat één g van de belangrijke, toch wel beeldbepalende gebouwen is, in n ieder geval wat de gevel betreft, gehandhaafd zou moeten blijven. Het is een karakteristiek stuk in die Nieuwstraat en het is uniek in de hele Bredase binnenstad. Het zou zonde zijn n als we zeggen dat er geen woningen in kunnen, dus plat. Wij vragen middels een motie om te bekijken op welke manier een mogelijk andere invulling te bereiken is voor het "Oude r Vrouwenhuis", of om te bekijken op welke wijze de gevel gehandhaafd kan blijven om het karakter van dat deel van de n binnenstad, wat toch al sterk in verval is en eigenlijk het n stiefkind is van de binnenstad, in ieder geval weer enigszins s op te krikken. De woonfunctie van de binnenstad is niet zo e groot. Met name boven de winkels wordt er gewoond. Wij zijn van e mening dat dat wat aangescherpt zou moeten gaan worden. We s hebben begrepen dat daar verder naar gekeken kan gaan worden maar belangrijk is ook de functiemenging met kantoren. Wonen en n kantoren. Het is een vreselijk moeilijk haalbare zaak. Dat kunnen wij zelf ook beamen. We zijn echter van mening dat door g die functiemenging toe te passen, er een geleidelijkere overgang ontstaat van werkfunctie naar woonfunctie en er niet als het ware woongedeeltes ontstaan die hard zijn afgescheiden e van andere functies. Een woning heeft daarnaast ook nog vele t andere sociale aspecten. Het derde punt is de belevingswaarde, te Dan komen we eerst aan de groenstructuur. De groenstructuur is n een essentiële zaakin een stenen wereld als de binnenstad. Het groen in de binnenstad heeft allereerst een recreatieve waarde, maar daarnaast ook nog een structuurversterkende waarde. Wij e zijn dan ook van mening dat dat groen zijn juiste functie dient n te behouden en op sommige plaatsen nog dient te krijgen in de binnenstad. Wij hebben enkele voorbeelden van een groenfunctie in de binnenstad, zoals de Willem Merkxtuin, het t

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 682