27 JUNI 1985 697 van het preadvies is het werken in de binnenstad op peil te hou den. Ik moet U zeggen dat er eigenljk geen sprake is van uit breiding van werkgelegenheid in de binnenstad. Op andere loca ties is er wel uitbreiding van de werkgelegenheid maar U weet ook dat de werkgelegenheid binnen het detailhandelsgebeuren aan zienlijk is teruggelopen. Dat betekent dat je aan de ene kant moet denken aan kantoren. Dat zijn natuurlijk geen kantoren die zo maar links en rechts weggekwakt zijn. Daarnaast spelen in de sfeer van werken ook de bereikbaarheid en het parkeren een rol. Aan het cultuurhistorisch model moeten soms, maar dan met uiterste terughoudendheid, concessies worden gedaan. Toch zit er nu in dit preadvies een hele reeks voorstellen, ik denk dan aan de Prinsenkade, het Kasteelplein, de Nieuwstraat, de Visser straat, en noemt U maar op, om het cultuurhistorisch karakter van die binnenstad gestalte voor nu en in de toekomst te geven. Tenslotte de detailhandelsfunctie en de oost-west-as. Dit is meerdere keren door U gememoreerd met een hele duidelijke nadruk in dit stadium thans op het westen. Dat houdt dan uiteraard ten nauwste verband met de A.B.N.-ontwikkelingen en de trekkersfunctie die ons college daar zo graag zou willen hebben. Het is inderdaad zo dat wij bestemmingen gaan geven en toedenken voor meerdere jaren maar het is de bedoeling dat wij met betrekking tot de financiële merites, ons beperken tot het jaar 1985 en dat uiteraard Uw raad is voorbehouden voor andere jaren ter zake de nodige besluiten te nemen. De heer Goos heeft de Haagdijk genoemd;een ontwikkeling waar het college toch van mening is, en ik hoop dat de heer Goos dat deelt, dat daar een goede aanzet is gegeven, eigenlijk op een wijze zoals wij wil len werken. Daar is een winkeliers-eigenaarsvereniging tot stand gekomen, waarbij de gemeente in goed overleg zoekt naar alternatieven en samen met hen probeert deze tot stand te bren gen. Ook dat is een richtinggevende aanduiding voor datgene wat wij met het preadvies aan U voorstellen. Ik meen in de woorden van de heer Bokkelkamp te beluisteren dat ook zijn doel is, wat hij uiteindelijk wil bereiken: een evenwichtig midden vinden tussen het spanningsveld van wonen, werken, verkeer en cultuur historisch model. Het betekent dat hij met betrekking tot parkeren ons inziens het probleem goed heeft geanalyseerd. Met betrekking tot de vraag die hij heeft gesteld over de Bosch straat en de achterterreinen van de Boschstraat, kan ik U zeg gen dat het in het voornemen ligt om bij de hele stadsvernieu wingsoperatie die daar thans plaatsvindt, de achterterreinen te betrekken. Het zou te ver voeren om daar nu zo even één twee drie op in te gaan. De raad zal nog meerdere malen over de voortgang daarvan van gedachten kunnen wisselen en dan denk ik dat wij wat nadrukkelijker op die achterterreinen kunnen te rugkomen. Ik wil me nu even beperken tot het marktgebeuren en de ambulante handel. U weet dat onze markt in vierkante meters gewoon beperkt is en dat alle functies die zich afspelen op die markt, voortdurend meer vierkante meters vragen. Daardoor is er voortdurend een spanningsveld tussen de ontmoetingsrelaties die plaatsvinden op de markt en de ambulante handel die feitelijk meer vierkante meters wil. Tegen die achtergrond heeft het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 697