27 JUNI 1985 college wel eens gedacht aan het verplaatsen en het bespreek baar maken van de ambulante handel maar dat voornemen is inmid dels al weer in de ijskast gezet, zo niet helemaal afgevoerd. We denken er zelfs niet meer aan omdat wij duidelijk van die kant hebben gehoord dat het toch tot ernstig verzet zou leiden; niet uitsluitend van de mensen van de ambulante handel maar ook van de omgeving. Ik wil in dit stadium eigenlijk weinig over het CIMK zeggen. Ik denk mijnheer Bokkelkamp dat wij daar kun nen kennisnemen van wederzijdse ergernis. Ik vind het ook jam mer dat het zo is gelopen maar het is niet anders. Het enige wat we nu wel met elkaar moeten voorkomen, en ik hoop dat U daar ook op heeft gedoeld, is dat wij zo dadelijk met het CIMK in een polemiek terechtkomen. Ik wil U graag toezeggen dat, dan denk ik dat ik ontslagen ben om het hele verhaal te doen hoe het allemaal tot stand gekomen is en wie wie nou in zijn be roepseer of beroepsethiek heeft gekwetst, wij de hand uitsteken om te zamen met het CIMK aan tafel te komen en te zeggen: laten we nu proberen op een zakelijke wijze met elkaar te overleggen. Ik deel overigens niet Uw eindconclusie dat de waarheid wel in het midden zal liggen. Vooralsnog geef ik de voorkeur van de twijfel aan de standpuntbepaling van onze eigen medewerkers dat ook uitvoerig in het preadvies is verwoord. Sluit dat nu de deur voor nader overleg met het CIMK, dan zeg ik nee. Ik vind dat wij uit die polemiek moeten komen en met elkaar aan tafel moeten komen om de zaak uit te praten. We zullen dan de wederzijdse goede elementen, toch zeker nog bruikbaar, vinden voor een verdere ontwikkeling. Mevrouw Pellis is heel nadrukkelijk begonnen met de stad Breda, een stad die in beweging is, een stad waar een hoop cultuur-historisch goed inzit en waar we angstvallig voor moeten waken. Dat is mede een van de uitgangspunten van dit college en van dit preadvies geweest. Wij gaan daar zeer voorzichtig mee om. Dat spanningsveld wil wel eens aanslagen daarop doen. Dat zullen we dan met elkaar moeten proberen te voorkomen. Over de militaire bolwerken heeft U gezegd dat defensie zal moeten wijken. Defensie zit er natuurlijk en dat is in ieder geval een uitgangspunt. Ik denk dat daar waar defensie zou moeten wijken, althans in vierkante meters als ik dat zo mag verstaan, dat het resultaat zou moeten zijn van een zeer zorgvuldig overleg met elkaar. Harde opstellingen tegenover elkaar zullen geen enkele oplossing bieden. Huize Brecht bekijkt U kennelijk vanuit een andere invalshoek dan vanuit het cultuur-historisch model. Ik heb mij althans, maar dat was in de periode dat ik nog het voorrecht had om wethouder van cultuur te mogen zijn, niet anders laten vertellen dan dat Huize Brecht in het cultuur historisch model in ieder geval ingebouwd moet worden omdat dat in het verleden ook zo nadrukkelijk is geweest. Wat wel in het voornemen ligt, is dat wanneer daar bouw plaatsvindt, er zeer zorgvuldig overleg met monumentenzorg moet plaatsvinden om datgene te bewerkstelligen wat ook cultuur-historisch verdedigbaar is en wat past in die omgeving. Ik hoop niet dat bij U de indruk is gewekt dat we daar maar een hoeveelheid stenen zullen neerknikkeren die ernstig afbreuk zouden doen aan dat stukje historie van onze stad. U gaat akkoord met 698

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 698