27 JUNI 1985 701 voor te leggen. Tenslotte heeft de heer Scharff gesproken over de onrendabele garages. Ik denk dat U dan ook de havengarage daarbij in beeld hebt. We moeten gewoon tegen elkaar zeggen: hoe kan het eigenlijk ook anders? Die havengarage krijg je na tuurlijk niet vol, wanneer daarnaast in grote mate gratis gepar keerd kan worden. Dat vindt plaats op het kathedraalterrein. Wanneer we straks het kathedraalterrein met spoed gaan bebou wen, dan zijn die parkeerplaatsen weg en zal uiteraard de haven garage automatisch vollopen of men zal nieuwe wegen moeten zoe ken om te parkeren. U zegt dat de argumentatie die het college in het preadvies neerlegt met betrekking tot de verkeersbalans tussen oost en west, volstrekt onvoldoende is om nu niet over te gaan tot het afsluiten van het Van Coothplein. Ik moet U zeg gen dat het college en de heer Scharff van mening verschillen. Ik kan mij voorstellen dat U zegt dat het onvoldoende argumenta tie is om het nu definitief open te houden, maar ook dat is niet het voorstel van het college. Het college stelt U middels het preadvies voor daar nadere studie te doen en daar over eni ge tijd bij Uw raad over terug te komen. Wanneer U dus nu pleit voor het afsluiten van het Van Coothplein, dan neemt U al vast een voorschotje op die studie. Wij zijn nog niet zo ver en dat zal betekenen dat dus wat dat betreft onze wegen thans schei den, maar misschien komen we ooit nog op een zelfde uitgangssi tuatie terecht. U vraagt om een integraal verkeers- en parkeer beleid. Het is natuurlijk maar wat je eronder verstaat. Het is natuurlijk niet zo dat het college nu maar klakkeloos achter de feiten aanholt met betreking tot verkeer en parkeren. We probe ren natuurlijk wel in te spelen op situaties die zo'n verande rende stad met zich meebrengt. De situatie van nu is op sommige punten natuurlijk volstrekt onvergelijkbaar met de situatie zo als die vijf jaar geleden gold. De heer SCHARFF Ik heb daar niet om gevraagd. Ik heb gevraagd om een beleid waar met name juist de component openbaar vervoer aandacht krijgt in relatie tot piekzaken met parkeertoestandenDat was de essentie van de vraag. De VOORZITTER Ook het openbaar vervoer is natuurlijk een integrerend onder deel van het totale parkeer- en verkeersbeleid en speelt daar heel nadrukkelijk een rol. Ik moet U zeggen dat er wat dat be treft wellicht in de commissievergadering nog eens een gedach- tenwisseling plaats kan vinden. Om U echter nu een totaal ver keers- en parkeerbeleid via een dikke nota toe te zeggen, gaat mij te ver. Ik wil dat zeker ook nog eens keer met collega Wel- schen bespreken. Ik ben het eens met Uw uitgangspunt dat wat zich op dit moment op het zuidelijk gedeelte van de Markt, met name in de avonduren, afspeelt met betrekking tot het illegaal parkeren, een bron van ergernis is voor velen en dat we daar wat aan moeten gaan doen. Ik kom daar zo dadeljk bij de behande ling van de motie over parkeren in de voetgangersdomeinen op te rug. Ik moet U wel zeggen, al fietsend door alle plannen van de binnenstad, het natuurlijk wel zo is dat wanneer een bepaalde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 701