27 JUNI 1985 705 dat blijkt dat het gewoon niet mogelijk is, we terug zouden moe ten naar de raad. Dat beperkt ons wellicht al gelijk na het eerste gesprek met defensie. Motie nummer 7 van D'66 vraagt om in overleg te treden met het georganiseerd bedrijfsleven om te komen tot een al of niet privaatrechtelijk samenwerkingsver band. In het preadvies pleiten het college en alle ambtelijke rapportages daaronder, voor een goede samenwerking met het be drijfsleven, omwonenden, bewoners etc. Laat daarover geen enkel misverstand bestaan. Ik voer nogmaals ten tonele de situatie Haagdijk waar wij samen met die eigenarenvereniging langzamer hand tot concrete resultaten gaan komen. Een samenwerkingsver band is dus bepaald niet een ver-van-ons-bed-show maar het moet wel fasegewijs worden opgebouwd. Zo moet je dat iedere keer wan neer zich de mogelijkheid daartoe aandient, gaan oppakken. Het is nu naar de mening van het college volstrekt onmogelijk om voor de totale binnenstad het perspectief te geven dat je dat in de sfeer van het stadsmanagement geheel of gedeeltelijk uit handen zou kunnen geven. We praten met de kamer van koophandel, om maar eens een voorbeeld te noemen. We zijn ook zeker bereid dat voort te zetten maar de motie gaat wat ons betreft veel ver der en, naar de mening van ons college, te ver zonder afbreuk te willen doen aan de goede, samenwerking die wij voorstaan. Mo tie nummer 8 van D'66 is de K.M.A. en de huisvestingsmogelijkhe den in het bestaande stedelijk gebied. De motie is feitelijk een besluit om af te zien van de bebouwingsmogelijkheden van de K.M.A. op het Kasteelplein nabij het Valkenberg. Ga nu eens pra ten met defensie om dat te voorkomen, wordt er gezegd, maar on dertussen zouden we wel eigenlijk een besluit moeten nemen om af te zien van die bebouwingsmogelijkheden. Feitelijk is de si tuatie zo dat de K.M.A. kan bouwen in het Valkenberg, aan de Kennedylaan. De K.M.A. doet dat niet. Gezamenlijk met de gemeen te streven wij naar een grondruil, waarbij de K.M.A. dan moge lijkerwijs de beschikking krijgt over een stuk grond tegenover het Blokhuis. Dat is één van de onderhandelingspunten tussen het gemeentebestuur en defensie en het maakt onderdeel uit van de totale onderhandelingen. Ik geef U toch in overweging daar nu geen elementen uit te halen, waardoor de zaak volledig ge blokkeerd wordt. U weet wat onze optiek is en als U zegt er he lemaal niets in het Valkenberg mag gebeuren, dan ben ik bang dat we in een situatie verzeild dreigen te raken dat we gewoon niet meer met elkaar kunnen spreken. Motie nummer 9 van D'66 is de fietsvoorziening aan het Van Coothplein en verder in het aan sluitend deel van de Keizerstraat. We hebben als optiek dat die motie qua gedachte best een sympathieke is maar wij moeten drie dingen daarover opmerken die feitelijk de motie op dit moment onaanvaardbaar maken naar het oordeel van het college. Dat is op de eerste plaats dat wij niet in staat zijn, in de tijd gezien en zo moeten we hem toch lezen, voor de begroting 1986 Uw raad een plan daartoe voor te leggen. Dat is een procedure opmerking. Op de tweede plaats dat de verkeersdeskundigen ons college hebben medegedeeld dat het op dit moment helaas ruimte lijk gewoon niet inpasbaar is. De fysieke ruimte ontbreekt om daar vrijliggende fietspaden of dat soort zaken te creëren. Ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 705