27 JUNI 1985 706 zeg U wel toe dat wij straks in het najaar, nogmaals met de si tuatie Van Coothplein terugkomen bij Uw raad en dan zal zeker ook deze situatie mee worden genomen in een breder perspectief. Maar om het er nu uit te halen en ereen aparte studie over te maken en aparte voorstellen voor te doen, lijkt ons op dit moment niet wenselijk. Wij hopen dat U die motie wil intrekken. Met motie nummer 10 van D'66 heeft het college het erg moeilijk. Wat U daar signaleert, en wat ook door anderen ten tonele is gevoerd, is het illegaal parkeren op gebieden waar het niet mag, met name het voetgangersdomein en het zuidelijk gedeelte van de markt. Het is verboden. Laat daar geen enkel misverstand over bestaan. Alleen de mentaliteit van vele mensen is helaas zo dat dat verbod met een zekere regelmaat wordt overtreden. Dat wij daar paal en perk aan willen stellen moet U volstrekt duidelijk zijn. We zitten eigenlijk met de moeilijkheid dat dat heel duidelijk een politie-aangelegenheid is. Die instantie is aangewezen om daarop toe te zien en eventueel corrigerend op te treden. Dat is geen bevoegdheid van onze parkeerwachters. Dat betekent dat als je zegt dat er nu zo snel mogelijk iets aan gedaan moet worden, we daar mensen voor zullen moeten inzetten en dat betekent mijnheer De Bruijn dat wij dan bezig zijn, buiten de burgemeester om op dit moment, prioriteiten te stellen voor het politie-apparaatIk vind dat dat vanavond niet moet gebeuren. Ik wil U graag toezeggen dat deze gedachte die breed wordt onderschreven door de gehele raad, meegenomen en ingebracht moet worden in het periodiek overleg tussen de burgemeester en de leiding van de politie maar dat wij nu niet even op een achternamiddag de prioriteiten van de politie moeten gaan veranderen, zonder daarvan de consequenties in de uitwerking van andere prioriteiten van de politie daarbij in ogenschouw te nemen. Motie nummer 11 van D'66 pleit ervoor om voor het Oude Dameshuis een andere functie te vinden, een andere althans dan de woonfunctie. Dat staat volstrekt haaks op de gedachten zoals het college die aan de raad heeft voorgelegd, terecht, anders had U daar geen motie over ingediend. Toch blijft het college bij haar oorspronkelijke opvatting. De Nieuwstraat is, en moet dat naar onze mening blijven, een woonstraat. Een woonstraat die geen winkelfunctie moet gaan krijgen, een straat waar geen kantoorontwikkeling moet gaan plaatsvinden en een straat die je zou mogen typeren als een verkeersarme straat. Wanneer je nu gaat zeggen dat we het Oude Dameshuis op een andere wijze dan met een woonfunctie moeten gaan invullen, dan zet U de deur naar dergelijke ontwikkelingen wagenwijd open. Nogmaals, het college persisteert bij slopen en bij een alternatieve bouw met betrekking tot de woningen die zijn ingepast in het historisch model van deze straat. Tenslotte de motie van de P.P.R., ingediend door de heer Scharff. Die vraagt om binnen een half jaar onderzoek te doen naar het autovrij maken van het noordelijk gedeelte van de Grote Markt. In het preadvies is daar voldoende over opgemerkt. Wat U hier in deze motie wilt bewerkstelligen, staat haaks op deze nota. Ik moet U zeggen dat wanneer ik zeg: "nu niet", dat zeker niet betekent: "nooit niet". Dat is zeker niet de bedoeling, maar dan wel, en dat zegt het preadvies ook heel nadrukkelijk, in samenhang met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 706