17 JANUARI 1985
71
f 2 miljoen aan de algemene reserve. Hoewel de financiële risi
co's aanzienlijk zijn, zoals eerder vastgesteld, zijn wij van
mening, dat het totaal van alle Bredase reserves vooralsnog
groot genoeg is, rekening houdend met de grote spreiding in de
tijd, waarin de verschillende risico's uiteindelijk afgeboekt
zullen moeten worden. Dit betekent dus voor 1985 f 2 miljoen
extra voor nieuw beleid waarbij de begroting sluitend blijft.
Een tweede zaak waar wij al verschillende keren op gewezen heb
ben, is de winst die het enwa maakt en die dit jaar op ruim 10
miljoen begroot is. Dit is in feite een onaanvaardbare situa
tie, waar we in de toekomst vanaf zullen moeten. Als het colle
ge nota's schrijft over de beheersing van de woonlasten, dan
weet het college in ieder geval waar het wat mij betreft mag
beginnen. Het is makkelijk om wat betreft de woonlasten met het
collegevingertje naar Den Haag te wijzen, verzuchtend dat de ge
meentelijke mogelijkheden in dit kader zo beperkt zijn, maar in
tussen pakt het college wel die f 10 miljoen met zijn andere 9
vingers, zonder merkbare gewetenswroeging. Is het college be
reid om in het kader van de komende woonlastennota met een con
creet voorstel te komen om een gefaseerde afbouw te bereiken
van deze vorm van gesanctioneerd proletarisch winkelen? Spre
kend over het enwa moet mij overigens van het hart, dat ik het
uiterst teleurstellend vind, dat het afsluitbeleid in deze win
terse omstandigheden kennelijk op een foutje binnen het college
berust: en dat terwijl ik juist dacht, toen ik het besluit ge
hoord had, dat het college met veel gevoel voor de enigszins
uitzonderlijke omstandigheden een zeer verstandig besluit geno
men had, getuigend van een prijzenswaardig sociaal gevoel: die
lof komt het college dus kennelijk niet toe. Een derde finan
ciële opmerking betreft het beheer van het nieuwe fonds stads
vernieuwing bij de dienst openbare werken en dus bij de wethou
der Wonen. Hoewel er goede argumenten denkbaar zijn om tot zo'n
constructie te besluiten en wij er vanuit de stadsvernieuwings
gedachte best sympathiek tegenover zouden willen staan, heeft
dit voorstel het grote risico in zich, dat andere wethouders
met even goede argumenten zullen gaan komen om fondsen in eigen
beheer te nemen. Het risico dus van iedere wethouder zijn eigen
wethoudertje van financiën. Is het college met mij van mening,
dat er hierbij van een ongewenste precedentwerking sprake kan
zijn en hoe denkt het college dit te voorkomen? Dit brengt mij
op een opmerking die ik graag zou willen meegeven voor volgende
college-onderhandelingen, nl. dat dan de functie financiën los
gekoppeld zou moeten worden van de functie milieu, evenals trou
wens van iedere andere toekomstige dienst. Het verenigen van de
ze twee petten op één hoofd leidt tot ondoorzichtige belangenaf
wegingen, een situatie die in de toekomst vermeden moet
worden. Wat betreft het milieu heb ik in de commissie Middelen
en Milieu al gezegd, dat 1985 in deze sector het jaar van de
waarheid moet gaan worden. Ik hoop dat de wethouder dit ook
waar zal gaan maken. De commissie zou m.i. gebaat zijn bij een
beter inzicht in de voortgang van de diverse milieuprogramma's
middels regelmatige voortgangsrapportages (ik heb daar al eens
om gevraagd). Is de wethouder bereid toe te zeggen dat dit
komend jaar gerealiseerd zal worden? Voor de P.P.R. blijft de