11 JULI 1985
734
De VOORZITTER
Nu de ambtseed: "Ik zweer dat ik al de plichten die de wet rege
lende de samenstelling, inrichting en bevoegdheid der gemeente
besturen en de door de raad van Breda vastgestelde of vast te
stellen instructie aan het ambt van secretaris hebben verbon
den, eerlijk en vlijtig zal vervullen".
De heer VAN ASPEREN
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
De VOORZITTER
Dan wens ik U van harte geluk. Wij zullen in de loop van de
avond daar nog nader op terugkomen.
I. VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING D.D. 9
MEI 1985.
Akkoord
De VOORZITTER
In overleg met de fractievoorzitters stel ik U voor te willen
besluiten dat de agendapunten 201 en 202 als eerste op de agen
da komen en gelijktijdig behandeld zullen worden. Hiertegen be
staat geen bezwaar en dan is aldus besloten. Ik stel U tevens
voor om spreektijdbeperking in te voeren in overleg met de frac
tievoorzitters. In eerste instantie een maximale spreektijd per
woordvoerder van iedere fractie van tien minuten en in tweede
instantie, inclusief de stemverklaringen als men dat nodig
vindt, van vijf minuten. Hiertegen bestaat geen bezwaar en dan
is aldus besloten.
201. HET GEBRUIK VAN KERNENERGIE IN HET ALGEMEEN EN DE VESTI
GING VAN EEN EVENTUELE KERNCENTRALE IN HET BIJZONDER OP
HET INDUSTRIETERREIN MOERDIJK.
202. DE ONTWIKKELINGEN ROND DE MOGELIJKE VESTIGINGEN VAN OPSLAG
EN VERWERKING VAN MEST, ALSMEDE OPSLAG VAN RADIO-ACTIEF
AFVAL OP HET INDUSTRIETERREIN MOERDIJK. (S)
De heer SCHURING
Ik heb met de spreektijdbeperking geen enkele moeite. We hebben
een slopende marathonzitting gehad van twee gezamenlijk vergade
rende commissies, waarbij de helft van de gemeenteraad vrijwel
aanwezig was en waarin de zaken uitputtend zijn behandeld. Daar
is bijzonder veel techniek over de tafel gekomen en ik denk dat
deze plenaire beschouwing niet de aangewezen instantie is om
die techniek weer overhoop te halen. Het is ook duidelijk ge
weest dat we in die vergadering elkaar niet hebben kunnen over
tuigen in elk opzicht; ik zeg het maar vriendelijk, integen
deel. Ik denk dat de fungerende voorzitter, de heer Sandberg,
volmaakt gelijk had toen hij opmerkte dat eigenlijk het karak
ter van de vergadering meer een onderbouwing van eigen standpun
ten was dan dat men met elkaar in een wezenlijke en beschaafde
discussie ging. Waar gaat het om? Er is een beslissing genomen