11 JULI 1985
757
MOTIE 6
De raad var. de gemeente Breda
1985, behandelend het voorstel
bijlage nr. 202;
in vergadering bijeen op 11 juli
van burgemeester en wethouders,
overwegende
1. dat de mogelijkheid van de opslag en verwerking van mest op
het IHM een bijdrage zou kunnen leveren aan de oplossing van
de milieuproblemen van overmatige mestproduktie
2. dat het onduidelijk is hoe die opslag en verwerkingsinrich
ting eruit zal gaan zien;
3. dat er in ieder geval van deze inrichting in geen enkel op
zicht nadelige milieu-effecten zou mogen uitgaan;
4. dat het mestprobleem niet uitsluitend aan het eind van het
probleem zou moeten worden aangepakt (opslag en verwerking
van mest) maar ook aan de kern van het probleem (verminde
ring van de hoeveelheid geproduceerde mest;
spreekt als zijn mening uit:
5. dat een inrichting voor opslag en verwerking van mest in
geen enkel opzicht nadelige milieu-effecten mag hebben;
6. dat als voorwaarde bij de grondverkoop vooraf duidelijkheid
verkregen zal moeten worden hoe het milieu beschermd zal wor
den en hierover aan de raad mededeling te doen;
7. en vraagt het college deze motie ter kennis te brengen van
de landelijke en de provinciale overheid en van alle verdere
instanties, die bij de vestiging van bedoelde inrichting be
trokken zijn;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
Wethouder RöMKENS
In aansluiting op hetgeen wat ook bij de introductie van het
antwoord door de zijde van het college is gegeven bij de commis
siebehandeling, wil ik opmerken dat het geenszins de bedoeling
is om degenen die hun standpunt vooraf hadden en hebben, of het
nu positief of negatief is, te overtuigen. Er zijn vandaag nau
welijks vragen gesteld. Dat houdt in dat ik mij in algemene zin
zal beperken tot datgene
De heer CRUL
Waarom nu deze opstelling van het college? Bij alle voorstellen
van het college doet U alle moeite om de raad te overtuigen.
Waarom doet U dat niet in deze zaak?
Wethouder RöMKENS
Als U geen vragen stelt, kan ik geen vragen beantwoorden en als
ik een vraag kan beantwoorden, dan heb ik er toch geen bal ver
stand van. Dus waarom zou ik de moeite nemen? Bovendien verkon
digt U zelf dat U er geen bal verstand van hebt.
De heer CRUL
Dat wist U woensdag nog niet. Toen had ik dat nog niet gezegd.