11 JULI 1985
758
Toen hebben U en mijnheer Sandberg onmiddellijk gezegd dat U de
raad niet wilde overtuigen. Waarom deze specifieke opstelling
in deze toch zo belangrijke zaak?
Wethouder RöMKENS
Ik ben graag bereid om U te overtuigen maar dat betekent dat
men de oren moet openzetten en luisteren naar datgene wat ge
zegd wordt. Verder, en dat is ook woensdag naar voren gekomen,
moet men bereid zijn te lezen datgene wat voorgesteld wordt om
te besluiten, maar zelfs dat laatste is niet het geval. Men is
niet bereid om te lezen wat het college voorstelt. Men is prin
cipieel tegen kernenergie. Dat wordt gerespecteerd. Men is
zelfs tegen alles wat de mogelijkheid openhoudt om de voorwaar
den te onderzoeken die zouden kunnen leiden tot. Dit is een op
stelling die duidelijk getuigt van een a priori-instelling en
dat betekent dan ook dat het heel weinig zin heeft om tegen die
achtergrond te proberen te overtuigen. Dat ik desalniettemin op
de vragen inga, is uit respect voor Uw raad, maar ook om duide
lijk te maken dat dit college, waarvan sommigen de betrouwbaar
heid betwijfelen, wel degelijk op een zorgvuldige manier dit
voorstel heeft gemaakt. Wat wordt U voorgesteld? U wordt voor
gesteld om een uitspraak te doen of U het college machtigt om
als er een vraag komt van de zijde van de PNEM om optie te krij
gen op een terrein van Moerdijk, waar wij als partner U medever-
tegenwoordigen in het I.H.M., een standpunt te laten innemen
wat een blokkade betekent voor die optie of een mogelijkheid
moet bieden voor die optie met als achtergrond het onderzoeken
van de mogelijke vestiging van een kerncentrale. Dat is de op
bouw van het preadvies. Automatisch komt men dan aan de vraag
hoe wij tegenover kernenergie staan. De meerderheid van het col
lege wijst kernenergie af als dat niet aan bepaalde voorwaarden
voldoet. Dat is een algemeen uitgangspunt. Die voorwaarden, som
migen hebben daar op gewezen, komen sterk overeen met de voor
waarden die ook op landelijk niveau zijn gesteld en ik heb dat
ook afgelopen woensdag gezegd. Het is niet zo verbazingwekkend
als je vanuit hetzelfde "nest" komt, dat je dan ook dezelfde be
leidsopvattingen hebt. Het is niet zo verbazingwekkend dat de
voorwaarden die de meerderheid van het college stelt, sterke
overeenstemming vertonen met de voorwaarden die ook door
V.V.D. en C.D.A. op landelijk niveau verbonden zijn aan het
gebruik van kernenergie. Tegen die achtergrond willen wij zeg
gen: de meerderheid van het college zegt niet ten principale
nee tegen het gebruik van kernenergie maar er moet aan voor
waarden voldaan zijn. De heer Schuring vraagt of die voorwaar
den absolute toetsingskaders zijn. Die voorwaarden zijn hele be
langrijke toetsingskaders, voor zover wij niet op andere momen
ten geroepen zijn uitspraken te doen. Eén van de momenten die
binnen zeer afzienbare tijd naar voren komt om een uitspraak te
doen, is het moment waarop wij in het kader van de P.K.B. een
uitspraak moeten doen. In dat kader betekent het dat wij als
raad nadrukkelijk over die onderdelen van de voorwaarden waar
wij over te oordelen hebben, een oordeel kunnen en moeten uit
spreken. Ik ben het niet eens met de heer De Bruijn als hij
zegt dat op voorhand bovengrondse opslag als een verantwoorde