11 JULI 1985
774
De heer MARTENS
Er is nog geen beleid heb ik gezegd. Bij motie nummer 7 zullen
wij inderdaad te zijner tijd het preadvies afwachten en wij vin
den als zodanig de motie overbodig. Wij vinden motie nummer 8
niet uitvoerbaar. Wij vinden motie nummer 12 te ver gaan, ge
zien onze motie nummer 11.
De heer DE BRUIJN
Alvorens tot het amendement en de moties over te gaan, heb ik
nog enkele opmerkingen. De heer Römkens meende te mogen consta
teren uit onze betogen dat we niet allemaal kunnen lezen. Ik
denk dat dat wat onzorgvuldig geformuleerd is. Ik vind dat we
en lezen en consequenties uit dat lezen trekken, dus vandaar on
ze verhalen. Een tweede opmerking in de richting van het ver
haal van de wethouder. Hij komt met het bekende rapport over
energie e.d. en wij hebben hier al vaker in de raad mogen con
stateren dat er verschillen zijn. We hebben leugens en statis
tieken, dat is een bekend gegeven. Daar zijn leuke boekjes over
verschenen, want de R.P.D. bijvoorbeeld heeft een boekwerk la
ten verschijnen, waarbij Moerdijk als gunstige vestigingsplaats
zelfs van de lijst was verdwenen. Kortom, met statistieken kun
je elke kant op. Wat mij bevreemdt, is dat het college niet wil
reageren op citaten uit gestolen goederen. De heer Winsemius
denkt daar blijkbaar anders over. Dan zou ik toch graag van het
college willen weten hoe zij staat tegenover de uitspraak van
de heer Winsemius t.a.v. de situatie op Moerdijk. Nu ga ik nog
even in op de vraag van de heer Berkhout. Hij vroeg wat mijn
standpunt in het dagelijks bestuur zou zijn. We hebben het ge
voel dat in het verleden vertegenwoordigers in vertegenwoordi
gende lichamen nooit gevraagd mocht worden naar hun standpunt
vooraf, want dat zou een motie van wantrouwen zijn. Dat is ons
regelmatig toegedicht. Vervolgens mogen we constateren dat we
daar zonder last of ruggespraak zitten. Wij zullen ook nu niet
aan het college vragen hoe hun vertegenwoordigers in het dage
lijks bestuur op een gegeven moment het minderheidsstandpunt
van 2 van de 4 collegepartijen in het dagelijks bestuur zal ver
woorden. Dat vinden we ook niet interessant, want dat merken we
daar wel. We kunnen de heer Berkhout dus enkel verwijzen naar
de notulen van de betreffende vergadering en als hij naar aan
leiding van die notulen actie wil ondernemen, dan zien we die
graag tegemoet.
De heer BERKHOUT
Ik wil toch wel opmerken dat de heer De Bruijn daar zit als ver
tegenwoordiger van deze raad.
De VOORZITTER
Mag ik U er ook op wijzen dat in geen enkele wet staat dat U
daar zit om zonder last of ruggespraak te stemmen.
De heer DE BRUIJN
Ruggespraak heb ik altijd in deze raad met welke zijde dan
ook. Er zijn twee standpunten hier vertegenwoordigd.