11 JULI 1985 779 U voorleggen. We kennen het bekende verhaal: leugens en statis tieken. Ik heb geciteerd uit de stukken die gediend hebben als onderliggend materiaal, waarop de Tweede Kamer der Staten Gene raal een besluit heeft genomen inzake het gebruik van kernener gie. Daar wordt gesproken, en dan ga ik ook in de richting van de heer De Waal en de heer Scharff, over het criterium van de bevolkingsdichtheid. Dat de R.P.D., en misschien nog andere groeperingen, andere criteria aanleggen, heb ik niet ontkend. Ik heb hierin alleen verwezen dat daarop de besluitvorming in de Tweede Kamer der Staten Generaal heeft plaatsgevonden. Als de heer Scharff dan vraagt of de wethouder Moerdijk bevolkings- arm vindt, dan herinner ik hem aan mijn opmerking in eerste ter mijn over het vergelijken met elkaar van de resterende vijf lo caties. Ik kan dan niet aan de indruk ontkomen dat Moerdijk ten aanzien van het criterium bevolkingsarm het hoogste scoort. Ik denk dat het niets met lezen te maken heeft, maar wie horen wil om te horen dat hij hore; dit is een van de wegingscriteria. Als de heer De Waal komt met een sympathieke motie, dan krab ik een keer op mijn hoofd en ga ik rechtop zitten want dan zit er waarschijnlijk iets achter. Ik vind mijnheer De Waal sympathiek maar zijn moties toch iets minder, dus ik blijf bij het stand punt van het college dat wij, ondanks alle sympathie die uit de motie spreekt, deze niet zullen overnemen. Als wij feitelijk tot een gewogen oordeel moeten komen, moet het onderschreven en onderbouwd worden, desnoods buiten het advies van het college, zegt de heer Crul. Hij komt hier met een aantal voorwaarden waaraan, naar de mening van de meerderheid van het college, vol daan moet zijn, wil op een verantwoorde wijze kernenergie wor den toegepast en eventuele daaruit voortvloeiende plaatsing van kerncentrales op Moerdijk. Dat is in principe een uitspraak waarvoor procedures aanwezig zijn en waarbij deskundigen inge schakeld worden. Ik denk niet dat wij op dit ogenblik in een stadium verkeren dat wij een volledige berekening moeten maken, zoals wij die ook in anderen situaties aantreffen op grond waar van besluiten zijn genomen. Wat dat betreft denk ik dat de be doeling van het preadvies een andere is dan de heer Crul wel licht met zijn vraagstelling veronderstelt. Wethouder SANDBERG De heer Crul vraagt naar de ontkoppeling van de financiële pro blematiek en deze besluitvorming. Ik denk dat de voorkeur van het college bij meerdere gelegenheden door diverse woordvoer ders naar voren is gebracht. De burgemeester heeft wat dat be treft een bijdrage geleverd in een recent groot interview met De Stem. Ik denk dat het volstrekt duidelijk is dat het college eigenlijk die zaak los van elkaar wil beoordelen en dat het haast een onmogelijke klus is voor ieder van ons, zowel voor raads- als collegeleden, om die zaak niet ergens in je achter hoofd te hebben. De financiën van Moerdijk spelen, althans ze ker bij het college, bijna iedere dag op de een of andere ma nier in het achterhoofd. Het streven van het college is om natuurlijk zo snel mogelijk die financiële sanering van het I.H.M. rond te hebben; uiteraard op door ons aanvaardbare condi ties en met betrekking tot de definitieve besluitvorming over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 779