11 JULI 1985 795 zich hierbij kan voordoen, is dat de bestuurlijke besluitvor ming over de streekplanherziening eerst in de loop van 1986 wordt afgerond en er derhalve, thans strikt formeel gezien, nog geen sprake is van nieuw beleid met de daaraan gekoppelde nieuwe richtgetallen voor de woningbouw. Wanneer dit op provin ciaal niveau geconcludeerd zal worden, zijn wij van mening dat het provinciaal bestuur van Noord-Brabant de reeds voor 1986 aan de gemeente gedeeltelijk toegewezen potentiële contingen ten, behoudens die voor de grote Brabantse steden, niet moet verhogen en derhalve dient te fixeren op maximaal 90% en vervol gens de niet toegewezen contingenten substantieel moet gebrui ken voor de versterking van de stedelijke structuur van Breda. Gezien de importantie van deze zaak heeft de CDA-fractie ge meend een en ander in een motie te moeten vastleggen. Een motie die reeds ter kennis is gebracht van onze collega-fracties en die inmiddels mede-ondertekend is door de fracties van P.v.d.A. en V.V.D. De door de heer De Zwart c.s. ingediende motie luidt als volgt: MOTIE De raad van de gemeente Breda in vergadering bijeen d.d. 11 juli 1985 kennis nemende van het voorstel van burgemeester en wethouders inzake de reactie van de gemeente Breda op de ont- werpevaluatienota en de ontwerpherziening van het streekplan West-Brabant constaterende dat: - er een duidelijke relatie bestaat tussen de verdeling van de woningbouwcontingenten en het in streekplannen vastgelegde provinciale ruimtelijk beleid; - er in de nieuwe planning- en programmeringscyclus woningbouw met ingang van 1985 een centrale rol voor de provinciale be sturen is opgenomen met betrekking tot de verdeling van de contingenten over de gemeenten; - de besluitvorming over 't stadsgewestelijk contingent nog niet is afgerond; verzoekt het college: - er bij het provinciaal bestuur van Noord-Brabant op aan te dringen dat ingaande 1986 de verdeling van de woningbouwcon tingenten gebaseerd wordt op de richtgetallen voor de woning bouw die steunen op het nieuwe beleid als gevolg van de streekplan evaluatie en herziening; - er bij het provinciaal bestuur van Noord-Brabant op aan te dringen dat de reeds voor 1986 aan de gemeenten gedeeltelijk toegewezen potentiële contingenten, behoudens die voor de grote Brabantse steden, niet worden verhoogd en derhalve gefixeerd blijven op maximaal 90%; - er bij het provinciaal bestuur van Noord-Brabant op aan te dringen dat de tot nu toe niet toegewezen contingenten sub stantieel gebruikt worden voor de effectuering van het in de structuurschets stedelijke gebieden 1983 aangegeven - en het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 795