11 JULI 1985 798 wordt dat in feite die hardheid zou dienen te verdwijnen, dan constateer ik een strijdigheid met wat de wethouder eerder op de avond zei dat het hooguit nog een vestiging erbij zou kunnen zijn. Als dat zo is, dan denk ik dat we in feite die hardheid zouden kunnen handhaven, want ik heb begrepen dat een geledings zone niets meer of minder wil zeggen, dan dat het een soort ver- wevingsgebied is tussen stedelijke en landelijke functies. La ten we dat zo houden. Laten we niet gaan zitten morrelen in dat gebied door die mogelijkheden in feite via deze reactie uit te breiden. Een laatste punt is door de P.v.d.A. al naar voren ge haald dat in feite via deze streekplanherziening de kerncentra le mogelijk werd. Ik ga daar niet meer op in. Ik ben daar tegen en ik zou ook in de reactie in deze zaak daarop tegen willen zi jn Wethouder WELSCHEN De essentie van het hele verhaal heeft de steun van de hele raad. Ik ben er heel blij mee dat eindelijk Brabant als laatste in de rij van de provincies ook substantieel iets wil gaan doen in de richting van verstedelijking. Brabant loopt daar echt mee achter. Dat is overigens met een aantal andere dingen ook zo. Ik heb dat wel eens gehoord bij gemeentelijke herindeling en dat soort zaken, maar bij de verstedelijking denk ik dat dat zeer duidelijk is en wat er nu op tafel komt is tenminste een begin van een verbetering van die situatie. De heer HOFSTé Is dat de opvatting van het college? Wethouder WELSCHEN Ik heb dat in het college van alle collega's tot nu toe gehoord en waar ik erg blij mee ben is dat C.D.A.- en V.V.D.-wethouders van colleges van grote steden, dat ook in provinciale platforms steeds weer vreselijk duidelijk naar voren brengen. De heer HOFSTé Ook de herindelingsproblematiek? Wethouder WELSCHEN Ik had het over de verstedelijking en ik heb U verder ook pun ten genoemd waarbij ik denk dat ze ook achter lopen, maar op dat punt heb ik wat minder overleg gehad met de andere grote steden. Dan is er een vraag of dat het buitengebied door alle maatregelen, die nu worden voorgesteld, onder schot komt te lig gen. Tot op heden feitelijk niet. Wat er in de sfeer van recrea tie wordt voorgesteld heeft te maken met de bovenste halve maan en feitelijk gaat het dan over de Lage Vucht polder en over het gebied bij de Asterpias, die we voorzien hebben en waarover we toch een bepaalde planvorming zullen moeten maken. Daarnaast is het de bedoeling om infrastructurele zaken, werkgelegenheidsza- ken en recreatiezaken heel goed te bekijken voor wat betreft de driehoek Oosterhout/Breda/Teteringenmaar dat valt niet in ons buitengebied. Ik denk dat de bescherming die het buitengebied op dit moment levert, in die vorm gewoon overeind blijft. Over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 798